Mijnverleden

De nalatenschap, documenten en verhalen met betrekking tot het mijnverleden van Eisden en omgeving.

Dit evenement vindt plaats in het Casino en aan het Mijnwerkers monument aan het Kerkplein in Eisden Tuinwijk.

Op 8 maart 1984 rond 16:00 uur stierven 7 mijnwerkers , vier Turkse, één Italiaanse en één Belgische samen met hun Belgische ploegbaas, op 700 meter diepte in de mijn. De oorzaak was een ontploffing van het gevreesde mijngas. Door een defect aan de luchtcirculatie ter hoogte van hun werkplek had zich mijngas kunnen ophopen. Een kleine vonk zorgde voor de dodelijke explosie.

Vrijdag 8 maart 2024, precies 40 jaar geleden, wordt deze mijnramp herdacht.

Bekijk hieronder de getuigenissen, van een overlevende van deze mijnramp samen met een Turkse koempel.

Opm: gebruik de rode afspeelpijl als u op deze website wilt blijven.

TVL 2015

Nog enkele foto’s uit die periode.

Het verhaal van Eisden Statie

Het station van Eisden, dat in 2026 zijn 100-jarig bestaan zal vieren, haalde de afgelopen tijd het nieuws in de kranten omdat de totaal verwaarloosde bijgebouwtjes afgebroken werden om vervangen te worden door trekkershutjes. Dit nieuws was de aanleiding om eens de geschiedenis van dit pittoreske mijnerfgoed in de verf te zetten..

Krantenartikel HBVL

Rechtzetting: Wat zijn seinhuisjes ?

Maar eerst wil ik een groot misverstand in de kranten artikels rechtzetten. Alle berichten noemen deze bijgebouwtjes “Seinhuisjes” dat is weliswaar sympathiek, maar dat zijn ze nooit geweest. Het echte seinhuisje stond naast het station in een aanbouw op het perron. Vanaf daar had je immers een totaal overzicht op de sporen en de seinen hetgeen belangrijk was voor de bediening van de wissels.

Overzicht gebouwen Station Eisden
Overzicht originele gebouwen station Eisden

Die bijgebouwen hadden een heel andere functie. In het 1ste gebouwtje naast het station waren de toiletten (voor spoorweg personeel) ondergebracht. Het 2de gebouwtje was een opslagruimte voor het materiaal van de spoorwegarbeiders. Helemaal achteraan het aangebouwde seinhuisje

Hiernaast het halfopen echte seinhuisje met bediening. Deze foto is na de brand in 1985 genomen. Inmiddels is deze inrichting verwijderd. Lees meer hierover in de tekst hieronder: “Brand vernield station in 1985“. Op de foto bij dit artikel zie je deze aanbouw zeer duidelijk aan het station.

Dit was de toestand van de bijgebouwtjes. Die waren in WOII totaal vernield tijdens een bombardement (lees hieronder voor meer info) en zijn na WOII in brikken weder opgebouwd. Gezien de erbarmelijke toestand was het absoluut noodzakelijk dat ze afgebroken werden. Ze worden vervangen in dezelfde stijl maar dan als trekkershutten.

Station Eisden 2023 versleten bijgebouwtjes

Een “Western” station in Eisden tussen bos en heide.

Als je deze foto bekijkt dan begrijp je waar de naam Western station vandaan komt.
Let op, deze plek was een toegangsweg vanuit Mariaheide!! (jaren 1950-1960)

Zoals in alle Limburgse mijnsites was een spoorweg verbinding noodzakelijk om de opgedolven kolen naar de respectievelijke afnemers te transporteren. Onze kolenmijn Limburg Maas lag naast de Zuid-Willemsvaart, waar zij een lange aanlegkade en twee grote portaalkranen als laadinstallaties voor de binnenschepen inrichtten. Maar dat was lang niet voldoende voor de voorziene productiecapaciteit. In 1920 legde de mijnmaatschappij al een spoorverbinding aan naar het station van As. Dit enorme graafwerk kwam tot stand onder de leiding van de ingenieur Charles Van Wymeersch. Ooggetuigen verleden dat de openingsrit gebeurde met een stoomlocomotief van de mijn en een “platte wagon” waarop de harmonie van de mijn voor de  vrolijke tonen zorgde. Maar dat, op de sterkste helling iedereen moest afstappen omdat de trekkracht van de locomotief niet volstond om met het  gehele transport boven te geraken. Deze nieuwe  spoorlijn zorgde, in As, voor de verbinding  met de al bestaande spoorlijn 21A  (Hasselt-Maaseik) . De nieuwe verbinding van Hasselt-Eisden via As, werd dan lijn 21B of 21bis genoemd. Het eerste goederentransport vond plaats op 22 sep 1922. Dat was ook de eerste kolen die effectief naar een klant geleverd werd. De officiële commerciële exploitatie van de mijn was een feit. Vorig jaar in september 2022, werd deze 100-jarige gebeurtennis herdacht.

sept 1922 eerste kolenwagon geladen

Eerste kolenwagon Kolenmijn Limburg Maas sept 1922
Kolenmijn Limburg Maas bouwde een houten station in Eisden.

In 1926 heeft, net zoals bij de andere mijnsites, ook de kolenmijn Limburg Maas een houten station bij de rangeerinfrastructuur voorzien.Tot dan werd de spoorlijn 21bis enkel voor goederenvervoer gebruikt. Met de komst van dit station werd ook personen vervoer mogelijk.

De belabberde ligging van het station

Op onderstaande luchtfoto (van 1945-46)  zie je het station in de rode cirkel. Links daar boven is de terril goed zichtbaar (maar nog niet in 1926). Tussen de (toekomstige) terill en het station zie je op de luchtfoto, in een grote boog de spoorverbinding richting kolenmijn. Via die spoorlijn werden de kolenwagons naar het rangeergebied vervoerd. Maar ook de externe koolputters, die in het station af- of opstapten en door een treintje van de kolenmijn heen en terug werden vervoerd naar de kolenmijn. Later is dat een busverbinding geworden. Tussen het station en naast de terril zie je de spoorlijn richting As.

De ligging van het station in bos en heide gebied was wellicht perfect voor de kolenmijn. Maar voor de andere passagiers, die uit of naar de bewoonde gebieden moesten komen, lag het station haast onbereikbaar. Als gevolg van WOI (1914–1918) lag  de bouw van de tuinwijk stil tot 1923. Alleen het gebied aan de Koninginnenlaan was bewoond. Tegen 1935 was de tuinwijk tot aan de Natiënlaan al uitgebreid. Op de Pauwengraaf, Oude Baan en Kruindersweg was er enige bewoning. Daarbuiten waren er nog wat akkers  en vooral bos en heide. Om het station te bereiken of te verlaten, moesten de overige treinreizigers zich moeizaam, in weer en wind en te voet verplaatsen via onverharde en onverlichte bos- en heide wegjes. Aan de andere zijde van het kanaal, nog veel verder van het station verwijderd, lag Eisden dorp dat was, natuurlijk al voor de komst van de kolenmijn, bewoond alsook de andere Maasgemeentes (Vucht, Leut en Mechelen aan de Maas enz.).

Om een idee te krijgen over het landschap bij het station, bekijk hiernaast een foto uit 1911 van het verbindingsspoor tussen de mijn en het station. De terril was toen nog helemaal niet gevormd en dus ook niet te zien in de achtergrond.

Op deze foto uit 1978, genomen vanop de terril, zie je hoe nietig en afgelegen het station lag. De bebouwing links van het station is pas vanaf de jaren 1960-1970.

Op de foto, rechts een zicht op het rangeergebied. Links er naast is nog de originele bosweg te zien die naar het station leidde. Helemaal linksboven was ook nog bos/heide gebied. De bebouwing is er pas in de jaren 1960-1970 gekomen.

De politieke strijd voor een betere ligging en bereikbaarheid.

Vanaf 1928 werden er pogingen ondernomen om het station, in bewoond gebied te verleggen. Zodat het beter bereikbaar is voor de inwoners van de maasgemeenten. Eigenlijk liep er al vroeg via het rangeergebied een spoorverbinding die de Oudebaan en zelfs de Koninginnenlaan kruiste om zo de St Barbara Atelier te bedienen. Er lag dus al een spoorverbinding tot in het bewoond gebied. Maar dat was enkel geschikt voor goederen vervoer van en naar het atelier St Barbara.

 Op gezette tijdstippen, dikwijls “toevallig”  voor nieuwe verkiezingen, werden belangrijke meetings belegd op gewestelijk, provinciaal en zelfs nationaal niveau. Zo vond in 1931 een grote bijeenkomst plaats waarop alle burgemeesters uit de regio en zelfs gouverneur  Verwilghen het belang van de betere toegankelijkheid van het station tegenover de vertegenwoordigers van de NMBS en de Mijnmaatschappij kwam bepleiten. Maar juist deze voorname partijen toonden zich nooit geïnteresseerd. Ondanks vele ontwerpen en planningen is het nooit tot een concrete oplossing gekomen. Zelfs nog na WOII kwam het ter discussie tot in de jaren 80 de sluiting van de kolenmijn in het zicht kwam. Maar de kostprijs voor een nieuw station met de nodige aanpassingen en de verwachte rendabiliteit waren een te groot struikelblok. En in de meer  dan 60 bestaansjaren van dit station zou nooit een lijn van het openbaar vervoer, tram of bus, voor een ontsluiting zorgen. Toen in mei 1983 een snelbusverbinding (Lijn 45) tussen Eisden en Genk werd ingesteld en gepropageerd, was dit wellicht de definitieve doodsteek voor de plannen om tot een betere bereikbaarheid van het station in Eisden te komen.

Bombardement tijdens de 2de wereldoorlog

Op 26 en 27 februari 1943 is het station door geallieerde vliegtuigen gebombardeerd. Tijdens de oorlog werden de kolen opgeëist door de Duitse bezetter. de kolentransporten gingen richting de Duitse industrie en dat wilden de geallieerden verhinderen. De kolenmijnen zelf bleven gespaard omdat ze na de oorlog nog nodig waren. Zo stonden ook op die bewuste avond kolenwagons en locomotieven in het rangeer gebied met bestemming Duitsland. Plots doken er vliegtuigen op, die een kort maar hevig bombardement uitvoerden op het rangeergebied bij het station. De aanval was zo onverwacht dat er geen luchtalarm was gegeven. De meeste werklieden  geraakten wel nog  in de schuilkelder van het station. Maar één van hen (Gustje Vercauteren) geraakte er niet meer en zocht dekking in een kuil in de omgeving. Niemand raakte uiteindelijk gewond zelfs Gustje niet. Alhoewel achteraf  begreep niemand hoe hij in zo’n kleine kuil geraakt was. Het bombardement was zeer effectief en de schade  aanzienlijk. Sommige wagons stonden loodrecht in de lucht en vele ramen van het stationsgebouw waren gesneuveld. Ook de 2 bijgebouwtjes lagen in puin. De Spoorwegen wilden de bijgebouwtjes herstellen in bakstenen materialen, maar dit werd geweigerd door de Duitsers. Later na de oorlog werden ze dan toch in bakstenen heropgebouwd. De hoop dat ze dit ook zouden doen met het houten stationsgebouw bleek echter ijdel. Jammer genoeg zijn er geen foto’s na het bombardement beschikbaar. Mogelijk was het tijdens de Duitse bezetting ook niet veilig om eventjes foto’s te maken.

Brand vernield het houten “Western”-station in 1985.

Hieronder het kranten artikel:HBVL 28 feb 1985 – voorpagina

De brandweer moest op woensdag 27 februari om 05u30 uitrukken om een uitslaande brand in het houten station van Eisden te blussen. Het station was toen al meer dan een jaar voor reizigersverkeer gesloten. Maar het stationscafé was zeer populair bij omwonenden, fietsers en wandelaars en werd uitgebaat door Domien Welkenhuysen. De uitbater en zijn echtgenote woonden in de buurt in een eigen huis en het station was verlaten en afgesloten. De brandweer kon niet veel meer doen, behalve  verhinderen dat de brand zou overslaan op het nabij gelegen bos. Vermits alle elektrische toestellen uitgeschakeld waren omwille van de sluitingsdag op woensdag en de kachels niet brandden, achtte men misdadig opzet niet uitgesloten. Een onderzoek gedaan door het parket en de ondervraging van een verdachte  leverde bij gebrek aan bewijzen niets op..

Heropbouw van het station naar het model van het oude station

Omdat het stationscafé zo populair was bij de omwonenden en vlak naast het fietsroute netwerk, aan de rand van het natuurgebied Hoge Kempen lag, was dit een waardevolle toeristische trekpleister. Daarom was de heropbouw van het stationsgebouw naar het model van het oude station een wijze keuze. Weliswaar niet in hout maar in baksteen. Nadat de nieuwe eigenaars Chris Simons en zijn echtgenote Leliane Hurkens, het station lieten heropbouwen, openden ze hun “Café De Statie ” in 1987.

Heropbouw Station Eisden

Het vormings-en rangeergebied

In tegenstelling tot het station is het rangeer gebied volledig ontmanteld. De functie bestond eruit om de bestellingen van klanten (meestal de staalindustrie waarvoor onze kolen zeer geschikt waren) om te vormen tot treinen met het aantal wagons naargelang de bestemming en de bestelhoeveelheid van de klant.

Het rangeergebied was zeer uitgebreid het reikte tot in bewoond gebied. Er waren laadbruggen, watertankstation voor stoomlocomotieven, carrousel voor locomotieven en rangeerhellingen. Het lag op de grens tussen Eisden en Vucht en was volledig aan beidde zijden omheind. Het vormde als het ware een ijzeren gordijn tussen Vucht (later Mariaheide) en Eisden. De sporen liepen nog verder door tot aan de St. Barbara ateliers aan het kanaal. De reizigers die het station verlieten via de bosweg naast het omheinde rangeergebied zagen hun locomotief passeren om te gaan omdraaien in de draaimolen van de vorming.

De allerlaatste kolentrein op 18 dec 1987.

Al in 1978 maakte de NMBS bekend dat in 1979 het personenvervoer definitief zou stoppen. Maar de plannen voor de sluiting zijn meermaals verschoven. De Belgische politiek was in die jaren erg onstabiel en dat zorgde voor een warrige communicatie en besluitvorming. Uiteindelijk ondanks lokale protestacties is de lijn 21Bis Hasselt – Eisden Mijn op 27 mei 1983 definitief gestopt met personenvervoer. 4 Jaren later werd de Kolenmijn Limburg Maas in Eisden definitief gestopt. Op 19 december 1987 vertrok de allerlaatste kolentrein na een kleine ceremonie aan het station. Sinds 1989 is dit baanvak officieel gesloten en voorbehouden voor toeristische exploitatie. Nu (2023) is deze spoorlijn ongeveer totaal overwoekerd door de natuur. De sporen zijn nauwelijks nog zichtbaar.

Kolenmijn Limburg Maas 19/12/1987  Laatste kolentransport vanuit Station Eisden

Van de 2 sporen is er al 1 spoor opgebroken.

Ondanks die slechte ligging toch een rol van betekenis
voor de gemeente en zelfs de Maaskant.

De ontsluiting van de Maaskant:

Gaandeweg is het woongebied dichter naar het station gegroeid. Vooral de Tuinwijk met de verlenging van de Louis Mercierlaan en de daarbij horende straten. Maar ook Eisden Cité vanaf de jaren 50 – 60 met de Verlengde Pauwengraaf, het Europaplein, de Bevrijdingslaan maar ook, parallel, aan de andere zijde, de Lindenlaan en de verbinding met de Spoorwegstraat. Toch is de laatste 100 m van de Spoorwegstraat tot aan het station nog lang onverhard gebleven. Trouwens ook een openbare buslijn is nooit tot aan het station geraakt. Nochtans waren er voor de externe mijnwerkers iedere dag 3 klokvaste heen en terug verbindingen door de kolenmijn voorzien.

 Er bestond al een spoorlijn 21A  tussen Hasselt en Maaseik (sinds 1874). Dan volgde de verbinding met de Eisdense mijn (1920). De lijn verliep van de voet van de laatste helling rechtstreeks naar de mijn. Die werd lijn 21B (of 21bis) genoemd. Zes jaar later, in 1926, kreeg deze spoorlijn de ligging die naar het station zou leiden, en ook het personenvervoer werd ingevoerd. Sindsdien was er dus een rechtstreekse treinverbinding tussen Eisden en Leuven, Brussel en de rest van Vlaanderen. De lijn Leuven-Eisden Mijnen bracht de mijnwerkers uit het Hageland naar de Limburgse Mijnen waarmee het begrip “de treinmannen” een bijzondere inhoud kreeg. Toen na de tweede Wereldoorlog alle mijnwerkers  per jaar gratis 32 treincoupons kregen (16 ritten heen- en terug) konden ze gemakkelijk vanuit Eisden statie met hun gezin naar de kust reizen. Vaak werden die coupons ook voor schoolreizen of Chirokampen gebruikt. De kust of het Meli park in de Panne waren geliefde bestemmingen.
De lijn 21A Hasselt – Maaseik is overigens voor reizigersverkeer eind jaren 50 stilgelegd en in 1979 is ook het goederenverkeer opgeheven. Het hele spoortraject vanaf As werd vanaf 1988 afgebroken en omgevormd tot een fiets- en wandelweg.

Hieronder een overzicht van de NMBS over het reizigers treinverkeer.

Aankomst voor heelwat arbeidsmigranten t.b.v. de kolenmijn.

Het station in Eisden was ook een eindpunt voor de migranten na meestal zeer lange reizen van uit hun geboorteland. De ronselaars van de kolenmijn waren zeer actief op zoek naar geschikt werkvolk voor onze kolenmijn. Niet alleen in Europa maar ook daar buiten.  Een tiental nationaliteiten hebben hun geboorteland verlaten, met de hoop om hier een betere toekomst op te bouwen. Vaak zijn het eerst de mannen geweest om dan later hun achtergebleven gezin of familie te laten overkomen. Voor velen moet dit klein “Western” station, midden in bos en heide, twijfel opgewekt hebben over  hun toekomst hier in Eisden. Vele gastarbeiders zijn ook met bussen in Eisden aangekomen.

In 1923 telde het gebied wat nu Maasmechelen is, 9737 inwoners. 15 jaren later in 1938 is het aantal inwoners bijna verdubbelt naar 18475. Vele duizenden waren migranten die in dit kleine stationnetje voor het eerst hier in Eisden hun voet aan de grond zetten!

Maar ook voor andere reizigers werd dankbaar gebruikgemaakt van dit station. Bijvoorbeeld pendelaars en studenten voor werk en scholen in Genk, Hasselt, Leuven enz. of vakantiereizen vooral naar de kust.

Eisden station groep treinreizigers
Eisden Statie treinreizigers

Pakjesverdeelcentrum voor Maaskant (Bpost avant la lettre)

Samen met de treinen kwamen ook pakjes aan van en naar de Maaskant. Deze werden dagelijks opgehaald. Eerst met paard en kar en/of per fiets, later met de vrachtwagen en ook dan nog met de fiets. 30 jaar werd deze dienst verzorgd door de broers  Pierre en Henri Thommissen. Deze kop  verscheen op 16 jan 1976 in het Belang van Limburg:

Kranten artikel HBVL Regionaal 16/01/1975

Pakjes werden frequent door de vele migranten gebruikt voor zendingen van en naar hun thuisland. Ze misten bijvoorbeeld de voedingswaren en de kruiden uit hun herkomstland. Die werden dan besteld bij hun familie in het vaderland. Die verzonden ze dan per pakket naar België en kwamen hier aan in het station en moesten dan samen met de andere pakketten bezorgd worden in het hele Maasland. Later verzorgden de migranten zelf het transport en zo ontstonden vele winkeltjes met specialiteiten uit de vele herkomst landen.  Aangezien er in Limburg praktisch geen maakbedrijven waren, moesten vele zelfstandigen met goederen bevoorraad worden via het station. Alles moest aangevoerd worden, denk aan schoenen, huisraad, gereedschap, kleding, maar ook bijv. dagelijks de kranten en de wekelijks nieuwe filmen voor  de Eisdense cinema’s.   De gebroeders Tommissen hadden vaak lange werkdagen om alles geleverd te krijgen.

Pierre en Henri Tommissen pakjesdragers Maaskant, Maasmechelen
HBVL 16 jan 1976

Het station werd toeristische trekpleister

Naarmate het woongebied van Maasmechelen, maar ook de wijk Mariaheide (Vucht) aan de andere zijde van het rangeergebied, tot dicht bij het station gegroeid was, groeide ook de populariteit van het station en met name het stations café. Het werd een ontmoetingsplaats voor de omwonenden wijken. Er werden feesten georganiseerd er werd zelfs Italiaans Bocce-speelveld (Italiaans jeu de boules spel) gecreëerd waarop heuse wedstrijden georganiseerd werden.

Klik voor een grotere afbeelding

Zelfs na de brand in 1985 en de heropbouw bleef het station een ontmoetingsplaats.en werd het een toeristische trekpleister mede ook omdat het fietsroutenetwerk dat het station een rechtstreeks verbinding mogelijk maakte met De toegangspoort van het Nationale Natuurpark Hoge Kempen aan weg naar As. vanaf de weg van as verwoestende brand totaal vernield was, heeft men na rijp beraad besloten voor de heropbouw van het station. De voornaamste reden was dat het een geliefde ontmoetingsplaats voor de lokale bevolking was maar ook een getuigenis van ons kolenmijnverleden en dus een toeristische waarde had. Het station werd weliswaar niet in hout gerestaureerd maar in beton.

Sinds 1989 is de spoorlijn 21B door de NMBS voor toeristische activiteiten opengesteld. Vanaf 2000 tot ca 2012  werd door de vzw Kolenspoor toeristische spoorfiets tochten en ook een pendeltreintje Van Waterschei tot As en Van As tot Eisden en retour georganiseerd. Na 2014 was de toestand van dit baanvak dermate slecht dat het voor toeristische exploitatie onbruikbaar was geworden.

Nu bijna 40 jaar later is Eisden station nog steeds een trekpleister zowel voor de inwoners van Maasmechelen alsook voor fietsende toeristen of wandelaars. Het station ligt immers op het fietsknopen netwerk. Vanaf knooppunt 60 (Toegangspunt Salamander Nationaalpark Hoge Kempen naar Knooppunt 502 bij hotel Terhills. Vlak na het verlaten van het Mechels bos ligt het station met zijn druk bezocht café de Statie en zijn terras.

Hieronder een filmpje uit 2011 over de activiteiten van de vzw Kolenspoor

Bronnen:

Jan Kohlbacher
Tijdschriften Eisden jaargang 10 nr2 en jaargang 24 nr2
Archief HBVL
Wikipedia

Verjaardag Stichting Erfgoed Eisden

28 dec 1983 —> 28 dec 2023

Hieronder de gelegenheid tekst uit het tijdschrift EISDEN Jaargang 40 – nr 4

door Jan Kohlbacher
(tevens mede stichter)

Sedert de oprichting van de Stichting Erfgoed Eisden (toen nog de Geschied- en Heemkundige Kring Eisden) hebben enkele generaties medewerkers de lokale, regionale en sociaal-historische geschiedenis van Eisden, en bij uitbreiding van Leut Meeswijk en het hele Maasland, in kaart en aan de man gebracht.

Dat gebeurde op velerlei domeinen: het redden en archiveren van kleine en grote verzamelingen documentatie en foto’s, het bestuderen en publiceren ervan in het tijdschrift EISDEN, in bijzondere uitgaven en in artikels voor vele overkoepelende geschiedkundige uitgaven. Ontelbare wetenschappers en studenten raadpleegden inmiddels dit Archief- en Documentatiecentrum.

Daarnaast was er de oprichting van Het Museum van de Mijnwerkerswoning, onlangs uitgebreid met het Speel-, Leef- en Leermuseum voor kinderen. Een belangrijke trekpleister, vooral ook voor de plaatselijke jeugd, om kennis te maken met het pittige verhaal van de migratie van hun (groot-)ouders naar Eisden. Daaruit groeide al heel vroeg een Gidsenwerking, met rondleidingen in de musea, de tuinwijk, de mijnsite.

Ten behoeve van de werking van beide musea groeide ook een grote verzameling aan Roerend Erfgoed, vele voorwerpen met een soms mooie, vaak beladen geschiedenis, die niet enkel in die musea, maar ook tijdens ontelbare tentoonstellingen het publiek wegwijs maakten in het dagdagelijkse leven in het verre en recente verleden.

Aan de vooravond van het jaar 2024 past het om dankbaar terug te denken aan al die vrijwilligers, medewerkers, bestuursleden, redactieleden, fotografen, gidsen, handen-uit-de-mouwen-stekers met spade, stofdoek, penseel en laptop. Dank aan al die warme mensen die dit tot heden allemaal mogelijk maakten.

za 9 september 2023 van 14 tot 20 uur

Kom naar het Koninginnenpark kennismaken met verschillende verenigingen die zich voorstellen.

Naast eten en drinken is er dans, muziek, scouts, enz.

GRATIS INKOM

Stichting Erfgoed Eisden en Tuinwijk 2020 staan er ook met hun eigen stand.

Bij onze stand kan je koopjes doen van historische boeken en publicaties die we nog op voorraad hebben.

Ook dit jaar zorgt ECRU-Mijnerfgoed voor een mooie herinnering voor de deelnemers aan de Open Monumentendag. De bezoekers aan de infostand van de Stichting Erfgoed Eisden, op zaterdag 9 september en de deelnemers, op zondag 10 september, op Open Monumentendag, aan de rondleidingen in de Sint Barbarakerk van de partij zijn of de toren van deze kerk bezoeken, kunnen een dergelijke dubbele zichtkaart als herinnering meenemen.

De mooie dubbele zichtkaart van ECRU-Mijnerfgoed met ludieke informatie over dit indrukwekkende Eisdense monument.

In onze groene Tuinwijk zal ter gelegenheid van Open Monumentendag, de Sint Barbarakerk, het grootste en imposantste overblijfsel van ons mijnverleden, open gesteld worden voor het publiek. Ook de toren zal toegankelijk zijn.

Zie ook Portaal Openmonumenten dag

Gebouwd tussen 1934 en 1936 is deze parochiekerk wel het meest imposante monument in de hele Maaskant. Met zijn 54 m hoge toren overheerst hij het hele gebied en is het ook het hoogste uitkijkpunt voor een grandioos panorama op de Maasvallei.

Middels prestigearchitectuur wilde de mijnmaatschappij een beeld oproepen van voorspoed, macht en aanzien en zo het imago van de kolenmijn verbeteren.

In die periode was ook de macht van de katholieke kerk nog zeer groot. De parochiekerk moest voldoende ruimte bieden zodat elke inwoner op zondag de erediensten kon bijwonen. Maar ook verschillende mijlpalen in een katholieke beleving vonden plaats in de kerk. Denk aan doopsel, communie, vormsel, huwelijk en begrafenis. Tijdens de vele katholieke feestdagen was de parochiekerk ook een ontmoetingsplaats van de multiculturele tuinwijk bewoners.

Onze gidsen organiseren de rondleidingen in de Kerk.
Gelijktijdig zal Tuinwijk2020 alles in goede banen leiden voor een bezoek aan de kerktoren.

Ter gelegenheid van deze dag zorgt ECRU Erfgoed voor een mooie serie postkaarten
ontdek jij de imposante Sint-Barbarakerk?

Als voorbereiding kun je onze webpagina over de Sint Barbara kerk bezoeken.

Zondag 10 sep 2023
Rondleiding met gids in de kerk.

10:00 – 12:00
14:00 – 16:00
16:00 – 18:00
Vooraf reserveren is verplicht
Het startpunt van de rondleiding is bij
het monument “De koolputters”

Kerktoren bezoek

Dezelfde uur tijden maar bezoek is doorlopend.
Vrije toegang geen reservering

Reservering Rondleidingen

Rik Cops

Secretaris

Gidsen- en  Archief planning bezoekersregeling
Tel. nr.: 089 760 007
OF
info@erfgoedeisden.be



Vanaf 15/10/2022 was deze tentoonstelling in het Cultureel Centrum zeer succesvol en werd daarom meerdere keren verlengd. 16/06/2023 was de laatste bezoekdag. Maar omdat de foto collectie zo uniek en waardevol was heeft onze stichting besloten om deze tentoonstelling een 2de leven te geven.

Met instemming van Luc Vanderputte, voorzitter van de kerkfabriek Eisden-Tuinwijk is de tentoonstelling terug opgebouwd in de winterkapel van de Sint Barbarakerk. Daar kan ze op afspraak en bij geleidde bezoeken bezichtigd worden. Tijdens Open Monumentendag op 10 sept zal 100 jaar Charbonnage in de winterkapel weer tentoongesteld worden.

Basisschool Triangel Maasmechelen 22 mei 2023

Op 22 mei sloten de leerlingen van het 5de leerjaar hun project over WOII af met een presentatie van foto’s uit het archief van de stichting Erfgoed Eisden . Jan Kohlbacher vertelde hierbij hoe hijzelf, als vierjarig kind bij het begin van de oorlog, die oorlogsjaren samen met zijn ouders en vriendjes heeft beleefd. Naast zijn eigen ervaringen gaf Jan ook toelichting bij tientallen  authentieke foto’s uit Maasmechelen die gemaakt zijn tijdens deze oorlogsjaren. Vele onderwerpen passeerden de revue: De honger, schuilkelders, smokkelaars, krijgsgevangenen, verzetsstrijders, Jodenvervolging, bombardementen,  bevrijding … De leerlingen stelden tussendoor ook vragen zodat het geheel een zeer boeiende belevenis geworden is zeker als je beseft dat de dagelijkse actualiteit van bombardementen en vluchtelingen onze huiskamers binnen komt.

Foto’s basisschool Triangel

Jaarlijks wordt St. Barbara gevierd in de Mijncité van Eisden. Deze viering begint met een herdenkingsmis voor de overleden mijnwerkers in de St. Barbara kerk van de Tuinwijk. Dit jaar werd Vaderlands dichter Mustafa Kör uitgenodigd om zijn gedicht “Mijnvrouwen” voor te dragen tijdens de misviering.

Op voorstel van Tuinwijk2020, Stichting ErfgoedEisden en de Mijnwerkers-Brancardiers kreeg Mustafa Kör, Dichter des Vaderlands de opdracht om een gedicht te schrijven als hulde aan de mijnwerkersvrouw

Hieronder kunt u het gedicht, voorgedragen door Mustafa Kör, (her) beluisteren. Dit is opgenomen in het Museum van de mijnwerkerswoning na de misviering. Mustafa zelf is een mijnwerkerszoon opgegroeid in Opgrimbie. Dus hij heeft het mijnwerkers bestaan van dichtbij ervaren. Meer info over Mustafa Kör vind je met deze link.

Het standbeeld van de mijnwerkersvrouw

Ter info de sculptuur van de mijnwerkersvrouw is in 2013 ingehuldigd als waardering voor de rol en de inzet van de vrouwen in mijnwerkersgezinnen. Voor meer duiding bekijk het filmpje hieronder. Het beeld staat tentoongesteld in het Cultureel Centrum. Lang is er naar een geschikte plaats gezocht voor dit standbeeld. Uiteindelijk zou het het opgesteld worden tijdens de geplande vernieuwing van het bezoekerscentrum aan de schachtbok van de mijn (vlak achter het Terhills Hotel).

Meer weten over Sofie Muller klik hier (onder het menu punt “Work” vind je ook de mijnwerkersvrouw.)

In het Cultureel Centrum Maasmechelen kan men een collectie van St Barbara beelden en medailles bezichtigen. Op een scherm tussen de beelden verklaart Jan Kohlbacher in een infofilmpje het leven en de betekenis van deze populaire patrones voor de gevaarlijke beroepen.

Naast de tentoonstelling van 100 jaar Charbonnage kan men ook een selectie van Sint Barbara beelden en medaillons bezichtigen uit de indrukwekkende persoonlijke verzameling van Jackie Martens (penningmeester van onze stichting). Trouwens ook op het scherm tussen de uitleg van Jan Kohlbacher kan men delen van deze collectie zien. Jackie is al in sinds zijn jeugd begeesterd door het verhaal van deze patrones. Zo begon hij als kind al voorwerpen met beeltenissen van St Barbara te verzamelen. Overal waar hij kwam, in binnen- en buitenland ging hij op zoek naar St Barbara. Aangezien deze patrones over de hele wereld zeer populair is, kwam hij zelden zonder zijn St Barbara thuis.

Hier onder kun je het infofilmpje (met Jan Kohlbacher) bekijken wat ook op de tentoonstelling getoond wordt. Het filmpje op de tentoonstelling is recht opstaand (zoals bij een smartphone) . Dit is de liggende versie (zoals bij TV-of computerscherm).

Foto’s en video Robert Szostek

Tentoonstelling (verlengd tot 15 mei)

de mijn van Eisden in beelden

100 jaar geleden – op 7 september 1922 – ging de mijn van Eisden officieel in
productie. Daarom zetten Tuinwijk2020 en de Stichting Erfgoed Eisden (SEE)
de mijn dit najaar in de spots met eerder al de muurschildering aan het
kerkplein. Zaterdag bent u welkom op de opening van een fototentoonstel­
ling in het cultuurcentrum.
Archivaris Jan Kohlbacher, tentoonstellingsmaker Mare Milissen en hun team
putten uit het omvangrijke beeldarchief van de SEE om de bezoekers een
beklijvend beeld te geven van de mijn in de 64 jaar dat ze operationeel was:
zowel van de bovengrond, van het kanaal tot en met de terrils, als van het
echte mijnwerk in de ondergrond op dieptes tot 780 meter. Ook de vijftien
jaar van opbouw tussen 1907 en 1922, en de herbestemming van de mijnsite
na de sluiting in 1987 komen aan bod

TENTOONSTELLINGSPERIODE
Maandag 17 oktober 2022 – Zaterdag 15 mei 2023

OPENINGSUREN
maandag tot vrijdag van 10 tot 12 uur en van 13 tot 20 uur
zaterdag van 8 tot 12 uur
gesloten op zondag en op 1, 2, 11, en 15 november

ORGANISATIE
Tuinwijk2020 en de Stichting Erfgoed Eisden
i.s.m. Cultuurcentrum, de Dienst Erfgoed & Cultuur en
de Gemeente Maasmechelen.

fotoboek 100 jaar charbonnage

Ter gelegenheid van dit evenement is er voor de liefhebbers ook een prachtig fotoboek samengesteld.

Meer info over de prijs en waar je het kunt kopen vind je met deze link

Op 7 september 1922 zijn voor het eerst steenkolen uit de kolenmijn van Eisden vertrokken naar een klant...

Daarom staat deze open monumentendag ook in het teken van dit evenement nu exact 100 jaar geleden. Vergeet zeker niet onze nieuwe trekpleister aan het kerkplein te bezichtigen. De indrukwekkende muurschildering ter ere van de mijnwerkers op de muur van basisschool De Griffel tegenover de mijnkathedraal.

100 jaar later illustreert het Museum van de Mijnwerkerswoning (en het onlangs geopende kindermuseum) hoe het mijnwerkersgezin toen leefde : wat aten ze, hoe sliepen ze, hoe leerden en speelden de kinderen?? Was het in de goede oude tijd beter??

Onze gepassioneerde gidsen , bevoorrechte getuigen van een flinke brok steenkoolgeschiedenis, nemen jullie graag mee op hun tocht door het rijke verleden van het museum van de mijnwerkerswoning.

Ook de mijnkathedraal met zijn imposante 54 m hoge toren en waarvan de glasramen zijn geïnspireerd op die van de kathedraal van Chartres, wordt op Open Monumentendag opengesteld voor het publiek.

Museum van de mijnwerkerswoning :
(gratis) te bezichtigen op zondag 11 september 2022 van 14u tot 18u.
Sint-Barbarakerk :
(gratis) rondleidingen op zondag 11 september 2022 om 13u – 15u – 17u; vertrek aan het monument van de putmannen.

128 m2 grote muurschildering als eerbetoon voor de mijnwerkers en herdenking van de start van de kolen exploitatie in september 1922.

Woensdag 07-09-2022 is het 100 jaar geleden dat de 1ste kolen voor verkoop in de mijn Limburg Maas te Eisden zijn bovengehaald. Deze historische gebeurtenis voor Eisden wordt in samenwerking tussen Stichting Erfgoed Eisden en Tuinwijk2020 herdacht en  letterlijk in de verf gezet met een 128 m² grote muurschildering op de gevel van basisschool De Griffel, tegenover de mijnkathedraal in de Eisdense Cité.

Deze muurschildering is een eerbetoon aan de mijnwerkers en als herinnering aan 100 jaar mijnverleden en werd gecreëerd door 3 Catalaanse graffitikunstenaars samen met de Maasmechelse graffiti-artiest Marco – Scarco –  Scarpato.

Daarmee heeft Eisden Cité er een echte toeristische trekpleister bij. Als u voor het kunstwerk staat zal u sterk onder de indruk zijn wanneer de zes paar ogen van deze meters grote echte mijnwerkers u aankijken. Alle dagen te bezichtigen vanaf 07-09-2022. Dit moet u gezien hebben.

In het filmpje hieronder kun je zien hoe de kunstenaars het project zelf gedocumenteerd hebben.

Vooral het lappendeken van vele kleuren wijst op vele staatjes en gedeeltelijk onafhankelijke landen in dit voormalig deel van Europa. Deze verscheidenheid zal later het leven in de Eisdense cité of Tuinwijk in belangrijke mate beïnvloeden. Nieuwsgierig hoezo? Lees dan hieronder de uitleg van Jan Kohlbacher wiens ouders overigens uit deze streek emigreerden naar Eisden.

Dit kleurrijke kaartje omvatte ooit het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk. Het bevatte een tiental landen en staatjes met 11 verschillende talen en drie godsdiensten die elk hun eigen feestdagen hadden. Maar er zit ook een echt Eisdens Citéverhaal in vervat. Want als de Eisdense mijnmaatschappij Limburg-Maas, die eerst in Wallonië mensen met ervaring inzake mijnarbeid aanwierven, vanaf 1922 weer aan nieuwe werkkrachten toe is, sturen ze hun ronselaars naar de mijngebieden die zich in Centraal en Oost-Europa uitstrekten.
Dit grote Oostenrijks-Hongaarse rijk had immers ten gevolge van de Eerste Wereldoorlog zijn einde gevonden. Tijdens het Verdrag van Saint Germain (1919) verdeelden de geallieerden dit imperium om zo zijn macht te breken en nieuwe landen met gebied winsten aan zich te binden. Hongarije moest liefst 2/3 van zijn grondgebied aan Roemenië afstaan. Oostenrijk verloor Zuid Tirol enz. Voor al de nieuwe landen betekende dit ook een economische ramp. Het waren dus gunstige gebieden om arbeiders te ronselen te meer omdat velen ervaring hadden met mijnwerk. Het waren geen werklozen, maar de wervers beloofden hen betere lonen en huisvesting.
Zo komen ze vanaf 1922 hier in Eisden aan. In transporten van 100 arbeiders, al dan niet met hun gezin. Voormalige bewoners van een land waar Duits de taal van de ambtenarij was. Waar ze in Duitstalige legereenheden hun dienstplicht leverden. Zij hadden , actief of passief, een zekere Duitstaligheid mee. Daarbij is op deze kaart te zien dat tot in de Karpaten Duitstalige minderheden verspreid waren.
Zij komen dan hier in een midden terecht waar de werkgever Franstalig is. Waar het vakjargon het Frans of Waals was. En de hele streek Vlaams of Maaslands sprak. Met hun eigen “Duits” gaan Polen, Slovenen, Hongaren, Tsjechen en Slovaken met elkaar communiceren. Waarbij ze dikwijls de ontbrekende woordenschat met woorden in hun eigen taal aanvullen. Dit mengelmoesje van Duits, eigen taal, woorden die men van anderstaligen overnam leidde tot het ontstaan en groei van het Cité Duits. De Eisdense koolmijn telde, tussen 1920 en 1940, het hoogste percentage buitenlandse mijnwerkers. De jeugd nam dit taaltje van hun ouders over wat leidde tot het ontstaan van een echte groepstaal. Zo bijzonder dat in 2014 de universiteiten van Freiburg en Maastricht zich voor dit taalfenomeen gingen interesseren en alles uiteindelijk leidde tot het doctoraat van de Duitse taalkundige Nantke Pecht en haar promotor prof. Leonie Cornips van de universiteit van Maastricht en van het Meertens Taleninstituut in Amsterdam.

Dit gedenkteken is op 23 april 2012 ingehuldigd. Het staat op het kerkplein recht tegenover de Sint Barbara Kerk. Het ontwerp is van kunstenaar Pollie Gregor. Het is een betonnen constructie die verwijst naar de liftkoker van de mijn maar ook naar de toren van de Sint Barbara kerk. Het kreeg de naam De Putmannen omdat het hulde moet brengen aan alle mijnwerkers die omkwamen als gevolg van het mijnwerk. Het gedenkteken is een realisatie van het gemeentebestuur op een initiatief van de Stichting Erfgoed Eisden in samenwerking met Tuinwijk100 (nu Tuinwijk2020).

Aan de buitenzijden van deze “betonnen liftkoker” zijn twee bas reliëfs van Oscar Bronckaers aangebracht. Deze werden in opdracht van de mijndirectie in de jaren 50 door de kunstenaar Bronckaers gemaakt. Maar de mijndirectie was niet tevreden met de kromgebogen mijnwerker. Ze hadden liever jonge levenslustige  mijnwerkers gezien die aan de andere zijde is aangebracht. Dankzij de familie Bronckaers  mocht het oorspronkelijke ontwerp ook gebruikt worden voor dit gedenkteken.

Aan de binnenzijden van het gedenkteken zijn de 251 namen van  de mijnwerkers vernoemd die  tussen 1921 tot 1987  in de mijn van Eisden  het leven lieten. Het werkelijk dodental zal ongetwijfeld wel hoger zijn omdat er geen overlijdens als gevolg van de stoflong zijn bijgehouden.

Originele opname 2012 remake audio 02/2022