Aankondiging

Een aankondiging plaatsen op de start pagina.

Een nieuwe troef voor het wandel- en fietstoerisme.

Ongeveer 1 jaar na de afbraak van de bouwvallige bijgebouwtjes bij het voormalige stationsgebouw in Eisden zijn op vrijdag 20 sept 2024 2 nieuwe trekkershutten officieel geopend. Deze gebouwtjes zijn in de stijl van de oorspronkelijke nutsgebouwtjes aan het station volledig opgebouwd en omgevormd tot trekkershutten.

Na de sluiting van de mijn, eind jaren ’80, werd het station nog gebruikt voor wekelijkse pendel treinritjes en spoorfietsen tussen het station van As en Eisden. (bekijk een filmpje hierover) Sluit de filmpagina om terug te keren. (klik op het bovenste kruisje)
Omdat de spoorlijn niet onderhouden werd was het, na enkele jaren, niet meer veilig voor deze toeristische activiteiten. In ca 2012 zijn deze activiteiten gestopt. Het (oorspronkelijk houten) stationsgebouw, werd na een hevige brand in 1985 in steen heropgebouwd en opende in 1987 als “Café de Statie”. Het werd zeer populair als fiets- en wandelstop, maar ook voor de lokale bevolking. De bijgebouwtjes werden sinds de mijnsluiting niet meer onderhouden met als gevolg dat ze totaal bouwvallig werden.

Lees ook: het verhaal van eisden statie.

Van NMBS naar Provincie Limburg

In 2019 werden grote delen van het zogenaamde kolenspoor en aanhorigheden, waaronder ook de 2 nutsgebouwen van het voormalige station door de Provincie Limburg aangekocht. De bijgebouwen werden in erfpacht gegeven aan het Regionaal Landschap Kempen en Maasland vzw. Het doel was de bijgebouwen in hun oorspronkelijke terug op te bouwen en te herbestemmen. Als je naar de afbeelding hierboven kijken, kunnen we stellen dat dit doel zeer goed gelukt is.
De keuze van het Regionaal Landschap Kempen en Maasland vzw om er trekkershutten van te maken past perfect in de filosofie van het provinciale Kolenspoor-project volgens Bert Lambrechts, gedeputeerde provincie Limburg, tevens voorzitter van het Regionaal Landschap Kempen en Maasland vzw.

Back to basics

Een ‘trekkershut’ is een eenvoudige verblijfsaccomodatie met alles wat nodig is voor een comfortabel verblijf voor de avontuurlijke wandelaar of fietser.

In elke trekkershut zijn 4 slaapplaatsen, een toilet, douche ruimte en een kleine kookhoek voorzien. Daarmee is er een overnachtingscapaciteit van acht personen langsheen het Limburgse fietsroutenetwerk en de National Park Trail gecreëerd. Voor de exploitatie van deze hutten wordt samengewerkt met de uitbaters van ‘Café de Statie.

De trekkershutten kunnen geboekt worden vanaf 1 oktober en open van 1 maart tot 1 december voor 120 euro/nacht, via het Nationaal Park Hoge Kempen.

trekkershutten bij voormalig station eisden geopend. Meer lezen »

Naar aanleiding van het bezoek van enkele leden van ons stichting naar de tentoonstelling “bez tytulu/untitled” ter ere van Paul in de Galeria Biala in Lublin (Pl), deze terugblik naar een getalenteerde Maasmechelse kunstenaar en tevens gewaardeerd lid van onze Stichting.

Paul Sochacki (geb. 1956 in (toen nog) Mechelen a/d Maas) studeerde fotografie en grafische vormgeving aan het Stedelijk Hoger Instituut voor Visuele Communicatie en Vormgeving te Genk. Hij was docent Beeldanalyse en Studie van de Beeldelementen in Luca / School of Arts, Campus C-Mine Genk en exposeerde sinds 1978 op talloze plaatsen in binnen- en buitenland.

Zijn werk is o.a. terug te vinden in het Fotografie Museum te Antwerpen en Provinciehuis Limburg. Werk in situ maakte hij voor de kunstcollectie van het Vlaams Parlement zie de wand in de Permeke-zaal van het Vlaams Parlement hieronder.

Permeke-zaal Vlaams Parlement

. Het zijn grote Rorschach-tekeningen op email.

Maar ook in het Troubleyn/Laboratorium, een ruimte gewijd aan artistieke creatie en experiment, opgericht door Jan Fabre te Antwerpen vind je werk van Paul. Als beeldend kunstenaar situeerde het werk en de inhoud van Paul Sochacki zich vooral in het grensgebied tussen fotografie en schilderkunst. Hij oogstte successen in binnen- en buitenland. In talrijke steden werden werken van Paul tentoongesteld

Maar ook als gewaardeerd medewerker van onze Stichting Erfgoed Eisden en Tuinwijk2020 heeft hij talrijke objecten, evenementen en het uiterlijk van onze Tuinwijk vormgegeven.

Op het kerkhof of moeten we kerkhofpark zeggen? van Eisden-Cité hangt werk van Paul in een van de kamers van het ‘dodenhuisje’. Het is een stiltekamer geworden waar men wordt uitgenodigd om te bezinnen.

De werken symboliseren het leven en de dood en zijn een geschenk van de familie. Een toepasselijkere plaats konden zijn vrouw Mieke, zoon Sacha, en kleindochter Isolde zich niet wensen.

De officiële overdracht van de schenking en de onthulling van het kunstwerk van Paul Sochacki vond plaats aan de bezinning ruimte van het kerkhof gebouwtje op het parkkerkhof in de Tuinwijk van Eisden op 4 februari 2024. De bezinning ruimte is vrij toegankelijk voor iedere bezoeker van het kerkhof.

Officiële onthulling van het kunstwerk van Paul Sochacki op 4 feb 2024

Tentoonstelling in de “Galeria Biała” in Lublin Polen

Van 17 mei tot 15 augustus 2024 is ter ere van zijn persoon en werk er postuum een tentoonstelling ingericht in de Poolse stad Lublin. Een delegatie van onze medewerkers, familie en/of vrienden hebben Mieke Dus begeleid naar Polen om Paul te gedenken en deze tentoonstelling te bezoeken. Het is een grote tentoonstelling geworden die over vier zalen verspreidt is. De titel van de tentoonstelling is ‘bez tytylu/untitled’ (betekent ‘zonder Titel’). Het is een hommage aan de overleden kunstenaar.

In de gang van die galerij, een voormalig oud klooster, worden de werken van kunstenaars vereeuwigd door kunstenaar Mariusz Tarkawian. Hij is ons bekend van de tekeningen die verspreid in de Cité van Eisden staan.

De band met het Poolse Lublin komt doordat zijn broer, Roger Sochacki, er indertijd studeerde aan de Marie Curie-Sklodowska universiteit in Lublin. Paul wilde heel graag zijn kunstwerken tonen aan een Pools publiek. Dat was in het begin van de 80-er jaren. Sindsdien heeft hij er op regelmatige basis tentoongesteld.

Zijn kunst sprak (en spreekt) het Poolse publiek erg aan. Er was en  is altijd veel belangstelling als hij tentoonstelt in de Galeria Biala (Witte Galerij) in Lublin.

In 2024 is het  de laatste keer dat hij er zijn werken uit de beginperiode van zijn kunstenaarschap tentoonstelt. (van 17 mei tot 15 augustus 2024).

Voor meer informatie en inhoud van de tentoonstelling kan je via de onderstaande link rechtstreeks op de website van “Galeria Biała” terechtkomen. Daar is een publicatie met uitgebreide informatie. Als je naar beneden scrolt, kun je twee video reportages bekijken, één over het bezoek van onze leden en de andere is een trailer over de tentoonstelling. Helemaal onderaan vind je nog een uitgebreide fotogalerij over de tentoongestelde werken van Paul.

Veel kijkplezier! Sluit de tentoonstelling tab bovenaan om terug te keren naar deze website.

Link naar Galeria Biała tentoonstelling

Een herdenking aan Paul Sochacki. Meer lezen »

Vrijdag 8 maart 2024 was het precies 40 jaar geleden, dat deze mijnramp plaatsvond.

Dit evenement vond plaats in het Casino en aan het Monument van de Putmannen aan het Kerkplein in Eisden Tuinwijk.

Reportage van de herdenking

De indrukwekkende opkomst toont aan dat deze mijnramp nog vele mensen beroert.

40 jarige Herdenking ceremony op 08 maart 2024

Toespraken

De ceremonie werd geleid door Ludo Coenen en startte met een aantal voordrachten.

1. Michel Meulemans
Voorzitter Stichting Erfgoed Eisden

Samenvatting:
Michel nam de toehoorders mee naar die rampzalige 8ste maart in 1984. Hij schetste chronologisch het verloop van die dag.
Op 8 maart 1984 rond 16:00 uur stierven 7 mijnwerkers op 700 meter diepte in de mijn ,Vier Turkse, één Italiaanse en één Belgische samen met hun Belgische ploegbaas, De oorzaak was een ontploffing van het gevreesde mijngas. Doordat zich ter hoogte van hun werkplek teveel mijngas kon ophopen, veroorzaakte een kleine vonk een dodelijke explosie. Vijf mijnwerkers overleefden de explosie niet, ze waren op slag dood. Naast explosief, is mijngas ook zeer giftig. Doordat het lichter is als zuurstof, verdrijft het de zuurstof naar de beneden en stijgt het mijngas naar een hoger gelegen gedeelte. De pijlers in onze kolenlagen hebben een helling van 20°. Vandaar dat er daar ook 2 mijnwerkers verstikt zijn aan de kop van de pijler. Doordat één mijnwerker(Gaston) door de explosie tegen de grond werd geslingerd en daar een tijd bewusteloos bleef liggen heeft hij de ramp overleefd. Op de bodem waar hij lag was er immers nog zuurstof en kon hij nog ademen. In het onderstaand TVL filmpje kun je zijn getuigenis beluisteren.

2. Sabine Thijs
Dochter van de dichter:

Jan Van
AMSTERDAM

JOUW KOLEN

Ik weet niet, zwarte kameraad,
Hoe jij je wagens kolen wint.
Ik weet niet, ondergrondsche maat,
Hoe jij je weg benejen vindt.
Ik weet alleen, en daar komt het op aan,
Jouw kolen vormen mijn bestaan.

Toen voor het eerst op de fabriek,
De ketel stoom ging maken.
Toen leek de stoomfluit op muziek,
Die schalde van de daken.
Jouw kolen hebben dat gedaan.
Jouw kolen vormen ons bestaan.

En als de schepen weer gaan varen,
Het roest weer van de pijpen gaat,
De schuit zijn kop zet in de haven,
Dan is dat jouw werk, kameraad.
De haven kan weer draaien gaan,
Jouw kolen vormen ons bestaan

Ik heb als kerel soms gegriend,
Toen mijn kindren vergingen van kou.
Jij hebt aan mijn peuters de hemel verdiend
En jij stal het hart van mijn vrouw
Jouw kolen kommen nu weer aan,
Jouw kolen vormen ons bestaan

Nou ik van jou lees in de krant
Met al die nullen en die tonnen
Nou weet ik, dat er in ons land
Aan onze toekomst is begonnen
Jij laat ons niet ten onder gaan
Jouw kolen vormen ons bestaan.

3. Oya Saglam
Namens de Turkse Gemeenschap

Vertaling van het Turkse gedicht over de mijnramp. Vertaler EREM DÖKMECI.

MIJNWERKERSTAFEL

Ze noemen ons mijnwerkers
Aan de tafel vol armoede
Broederschapstafel noemen ze het
Hun lichamen vermoeid
Ze eten wat ze kunnen vinden
Waar de inspanning zijn hoogtepunt bereikt
Waar ze dromen met kolen
Waar vele rozen verwelken
In de bittere maaltijden
Zijn ze vandaag bedroefd gebleven.
Sommigen zijn getrouwd, anderen vrijgezel
Mijnrampen vernietigen tafels
Ze kijken naar de zwarte muren
Naar de tafels vol steenkool
Met gesloten ogen kijken ze.

4. Raf Terwingen
Burgemeester Maasmechelen.

Samengevat was de boodschap van de Burgemeester:
Als de mijn er niet was geweest, dan waren we, nu hier niet samengekomen. Dan hadden vele gezinnen nu niet veel verdriet moeten hebben omdat hun geliefden die verongelukt zijn in de mijn. Maar ook dan was er de prachtige Tuinwijk, de majestueuze St Barbarakerk, de Patro, het Kompel bier, enz.. niet geweest. Dan was Maasmechelen ook niet de de inclusieve gemeenschap geworden die in zijn verscheidenheid van nationaliteiten en talen in harmonie kan samenleven.

Daarna vond de eigenlijke herdenking ceremonie plaats met de neerlegging van 1 bloem voor elk van de zeven slachtoffers van de mijnramp in 1984. Tot slot werd er een bloemstuk namens de gemeente en een bloemstuk namens de Brancardiers neergelegd voor alle slachtoffers in de mijn, inclusief de vele mijnwerkers die overleden zijn ten gevolge van een stoflong.

Bekijk hieronder de getuigenissen, van een overlevende van deze mijnramp samen met een Turkse koempel.

Opm: gebruik de rode afspeelpijl als u op deze website wilt blijven.

TVL 2015

Nog enkele foto’s uit die periode.

Herdenking mijnramp van 8 maart 1984 Meer lezen »

Het verhaal van Eisden Statie

Het station van Eisden, dat in 2026 zijn 100-jarig bestaan zal vieren, haalde de afgelopen tijd het nieuws in de kranten omdat de totaal verwaarloosde bijgebouwtjes afgebroken werden om vervangen te worden door trekkershutjes. Dit nieuws was de aanleiding om eens de geschiedenis van dit pittoreske mijnerfgoed in de verf te zetten..

Krantenartikel HBVL

Rechtzetting: Wat zijn seinhuisjes ?

Maar eerst wil ik een groot misverstand in de kranten artikels rechtzetten. Alle berichten noemen deze bijgebouwtjes “Seinhuisjes” dat is weliswaar sympathiek, maar dat zijn ze nooit geweest. Het echte seinhuisje stond naast het station in een aanbouw op het perron. Vanaf daar had je immers een totaal overzicht op de sporen en de seinen hetgeen belangrijk was voor de bediening van de wissels.

Overzicht gebouwen Station Eisden
Overzicht originele gebouwen station Eisden

Die bijgebouwen hadden een heel andere functie. In het 1ste gebouwtje naast het station waren de toiletten (voor spoorweg personeel) ondergebracht. Het 2de gebouwtje was een opslagruimte voor het materiaal van de spoorwegarbeiders. Helemaal achteraan het aangebouwde seinhuisje

Hiernaast het halfopen echte seinhuisje met bediening. Deze foto is na de brand in 1985 genomen. Inmiddels is deze inrichting verwijderd. Lees meer hierover in de tekst hieronder: “Brand vernield station in 1985“. Op de foto bij dit artikel zie je deze aanbouw zeer duidelijk aan het station.

Dit was de toestand van de bijgebouwtjes. Die waren in WOII totaal vernield tijdens een bombardement (lees hieronder voor meer info) en zijn na WOII in brikken weder opgebouwd. Gezien de erbarmelijke toestand was het absoluut noodzakelijk dat ze afgebroken werden. Ze worden vervangen in dezelfde stijl maar dan als trekkershutten.

Station Eisden 2023 versleten bijgebouwtjes

Een “Western” station in Eisden tussen bos en heide.

Als je deze foto bekijkt dan begrijp je waar de naam Western station vandaan komt.
Let op, deze plek was een toegangsweg vanuit Mariaheide!! (jaren 1950-1960)

Zoals in alle Limburgse mijnsites was een spoorweg verbinding noodzakelijk om de opgedolven kolen naar de respectievelijke afnemers te transporteren. Onze kolenmijn Limburg Maas lag naast de Zuid-Willemsvaart, waar zij een lange aanlegkade en twee grote portaalkranen als laadinstallaties voor de binnenschepen inrichtten. Maar dat was lang niet voldoende voor de voorziene productiecapaciteit. In 1920 legde de mijnmaatschappij al een spoorverbinding aan naar het station van As. Dit enorme graafwerk kwam tot stand onder de leiding van de ingenieur Charles Van Wymeersch. Ooggetuigen verleden dat de openingsrit gebeurde met een stoomlocomotief van de mijn en een “platte wagon” waarop de harmonie van de mijn voor de  vrolijke tonen zorgde. Maar dat, op de sterkste helling iedereen moest afstappen omdat de trekkracht van de locomotief niet volstond om met het  gehele transport boven te geraken. Deze nieuwe  spoorlijn zorgde, in As, voor de verbinding  met de al bestaande spoorlijn 21A  (Hasselt-Maaseik) . De nieuwe verbinding van Hasselt-Eisden via As, werd dan lijn 21B of 21bis genoemd. Het eerste goederentransport vond plaats op 22 sep 1922. Dat was ook de eerste kolen die effectief naar een klant geleverd werd. De officiële commerciële exploitatie van de mijn was een feit. Vorig jaar in september 2022, werd deze 100-jarige gebeurtennis herdacht.

sept 1922 eerste kolenwagon geladen

Eerste kolenwagon Kolenmijn Limburg Maas sept 1922
Kolenmijn Limburg Maas bouwde een houten station in Eisden.

In 1926 heeft, net zoals bij de andere mijnsites, ook de kolenmijn Limburg Maas een houten station bij de rangeerinfrastructuur voorzien.Tot dan werd de spoorlijn 21bis enkel voor goederenvervoer gebruikt. Met de komst van dit station werd ook personen vervoer mogelijk.

De belabberde ligging van het station

Op onderstaande luchtfoto (van 1945-46)  zie je het station in de rode cirkel. Links daar boven is de terril goed zichtbaar (maar nog niet in 1926). Tussen de (toekomstige) terill en het station zie je op de luchtfoto, in een grote boog de spoorverbinding richting kolenmijn. Via die spoorlijn werden de kolenwagons naar het rangeergebied vervoerd. Maar ook de externe koolputters, die in het station af- of opstapten en door een treintje van de kolenmijn heen en terug werden vervoerd naar de kolenmijn. Later is dat een busverbinding geworden. Tussen het station en naast de terril zie je de spoorlijn richting As.

De ligging van het station in bos en heide gebied was wellicht perfect voor de kolenmijn. Maar voor de andere passagiers, die uit of naar de bewoonde gebieden moesten komen, lag het station haast onbereikbaar. Als gevolg van WOI (1914–1918) lag  de bouw van de tuinwijk stil tot 1923. Alleen het gebied aan de Koninginnenlaan was bewoond. Tegen 1935 was de tuinwijk tot aan de Natiënlaan al uitgebreid. Op de Pauwengraaf, Oude Baan en Kruindersweg was er enige bewoning. Daarbuiten waren er nog wat akkers  en vooral bos en heide. Om het station te bereiken of te verlaten, moesten de overige treinreizigers zich moeizaam, in weer en wind en te voet verplaatsen via onverharde en onverlichte bos- en heide wegjes. Aan de andere zijde van het kanaal, nog veel verder van het station verwijderd, lag Eisden dorp dat was, natuurlijk al voor de komst van de kolenmijn, bewoond alsook de andere Maasgemeentes (Vucht, Leut en Mechelen aan de Maas enz.).

Om een idee te krijgen over het landschap bij het station, bekijk hiernaast een foto uit 1911 van het verbindingsspoor tussen de mijn en het station. De terril was toen nog helemaal niet gevormd en dus ook niet te zien in de achtergrond.

Op deze foto uit 1978, genomen vanop de terril, zie je hoe nietig en afgelegen het station lag. De bebouwing links van het station is pas vanaf de jaren 1960-1970.

Op de foto, rechts een zicht op het rangeergebied. Links er naast is nog de originele bosweg te zien die naar het station leidde. Helemaal linksboven was ook nog bos/heide gebied. De bebouwing is er pas in de jaren 1960-1970 gekomen.

De politieke strijd voor een betere ligging en bereikbaarheid.

Vanaf 1928 werden er pogingen ondernomen om het station, in bewoond gebied te verleggen. Zodat het beter bereikbaar is voor de inwoners van de maasgemeenten. Eigenlijk liep er al vroeg via het rangeergebied een spoorverbinding die de Oudebaan en zelfs de Koninginnenlaan kruiste om zo de St Barbara Atelier te bedienen. Er lag dus al een spoorverbinding tot in het bewoond gebied. Maar dat was enkel geschikt voor goederen vervoer van en naar het atelier St Barbara.

 Op gezette tijdstippen, dikwijls “toevallig”  voor nieuwe verkiezingen, werden belangrijke meetings belegd op gewestelijk, provinciaal en zelfs nationaal niveau. Zo vond in 1931 een grote bijeenkomst plaats waarop alle burgemeesters uit de regio en zelfs gouverneur  Verwilghen het belang van de betere toegankelijkheid van het station tegenover de vertegenwoordigers van de NMBS en de Mijnmaatschappij kwam bepleiten. Maar juist deze voorname partijen toonden zich nooit geïnteresseerd. Ondanks vele ontwerpen en planningen is het nooit tot een concrete oplossing gekomen. Zelfs nog na WOII kwam het ter discussie tot in de jaren 80 de sluiting van de kolenmijn in het zicht kwam. Maar de kostprijs voor een nieuw station met de nodige aanpassingen en de verwachte rendabiliteit waren een te groot struikelblok. En in de meer  dan 60 bestaansjaren van dit station zou nooit een lijn van het openbaar vervoer, tram of bus, voor een ontsluiting zorgen. Toen in mei 1983 een snelbusverbinding (Lijn 45) tussen Eisden en Genk werd ingesteld en gepropageerd, was dit wellicht de definitieve doodsteek voor de plannen om tot een betere bereikbaarheid van het station in Eisden te komen.

Bombardement tijdens de 2de wereldoorlog

Op 26 en 27 februari 1943 is het station door geallieerde vliegtuigen gebombardeerd. Tijdens de oorlog werden de kolen opgeëist door de Duitse bezetter. de kolentransporten gingen richting de Duitse industrie en dat wilden de geallieerden verhinderen. De kolenmijnen zelf bleven gespaard omdat ze na de oorlog nog nodig waren. Zo stonden ook op die bewuste avond kolenwagons en locomotieven in het rangeer gebied met bestemming Duitsland. Plots doken er vliegtuigen op, die een kort maar hevig bombardement uitvoerden op het rangeergebied bij het station. De aanval was zo onverwacht dat er geen luchtalarm was gegeven. De meeste werklieden  geraakten wel nog  in de schuilkelder van het station. Maar één van hen (Gustje Vercauteren) geraakte er niet meer en zocht dekking in een kuil in de omgeving. Niemand raakte uiteindelijk gewond zelfs Gustje niet. Alhoewel achteraf  begreep niemand hoe hij in zo’n kleine kuil geraakt was. Het bombardement was zeer effectief en de schade  aanzienlijk. Sommige wagons stonden loodrecht in de lucht en vele ramen van het stationsgebouw waren gesneuveld. Ook de 2 bijgebouwtjes lagen in puin. De Spoorwegen wilden de bijgebouwtjes herstellen in bakstenen materialen, maar dit werd geweigerd door de Duitsers. Later na de oorlog werden ze dan toch in bakstenen heropgebouwd. De hoop dat ze dit ook zouden doen met het houten stationsgebouw bleek echter ijdel. Jammer genoeg zijn er geen foto’s na het bombardement beschikbaar. Mogelijk was het tijdens de Duitse bezetting ook niet veilig om eventjes foto’s te maken.

Brand vernield het houten “Western”-station in 1985.

Hieronder het kranten artikel:HBVL 28 feb 1985 – voorpagina

De brandweer moest op woensdag 27 februari om 05u30 uitrukken om een uitslaande brand in het houten station van Eisden te blussen. Het station was toen al meer dan een jaar voor reizigersverkeer gesloten. Maar het stationscafé was zeer populair bij omwonenden, fietsers en wandelaars en werd uitgebaat door Domien Welkenhuysen. De uitbater en zijn echtgenote woonden in de buurt in een eigen huis en het station was verlaten en afgesloten. De brandweer kon niet veel meer doen, behalve  verhinderen dat de brand zou overslaan op het nabij gelegen bos. Vermits alle elektrische toestellen uitgeschakeld waren omwille van de sluitingsdag op woensdag en de kachels niet brandden, achtte men misdadig opzet niet uitgesloten. Een onderzoek gedaan door het parket en de ondervraging van een verdachte  leverde bij gebrek aan bewijzen niets op..

Heropbouw van het station naar het model van het oude station

Omdat het stationscafé zo populair was bij de omwonenden en vlak naast het fietsroute netwerk, aan de rand van het natuurgebied Hoge Kempen lag, was dit een waardevolle toeristische trekpleister. Daarom was de heropbouw van het stationsgebouw naar het model van het oude station een wijze keuze. Weliswaar niet in hout maar in baksteen. Nadat de nieuwe eigenaars Chris Simons en zijn echtgenote Leliane Hurkens, het station lieten heropbouwen, openden ze hun “Café De Statie ” in 1987.

Heropbouw Station Eisden

Het vormings-en rangeergebied

In tegenstelling tot het station is het rangeer gebied volledig ontmanteld. De functie bestond eruit om de bestellingen van klanten (meestal de staalindustrie waarvoor onze kolen zeer geschikt waren) om te vormen tot treinen met het aantal wagons naargelang de bestemming en de bestelhoeveelheid van de klant.

Het rangeergebied was zeer uitgebreid het reikte tot in bewoond gebied. Er waren laadbruggen, watertankstation voor stoomlocomotieven, carrousel voor locomotieven en rangeerhellingen. Het lag op de grens tussen Eisden en Vucht en was volledig aan beidde zijden omheind. Het vormde als het ware een ijzeren gordijn tussen Vucht (later Mariaheide) en Eisden. De sporen liepen nog verder door tot aan de St. Barbara ateliers aan het kanaal. De reizigers die het station verlieten via de bosweg naast het omheinde rangeergebied zagen hun locomotief passeren om te gaan omdraaien in de draaimolen van de vorming.

De allerlaatste kolentrein op 18 dec 1987.

Al in 1978 maakte de NMBS bekend dat in 1979 het personenvervoer definitief zou stoppen. Maar de plannen voor de sluiting zijn meermaals verschoven. De Belgische politiek was in die jaren erg onstabiel en dat zorgde voor een warrige communicatie en besluitvorming. Uiteindelijk ondanks lokale protestacties is de lijn 21Bis Hasselt – Eisden Mijn op 27 mei 1983 definitief gestopt met personenvervoer. 4 Jaren later werd de Kolenmijn Limburg Maas in Eisden definitief gestopt. Op 19 december 1987 vertrok de allerlaatste kolentrein na een kleine ceremonie aan het station. Sinds 1989 is dit baanvak officieel gesloten en voorbehouden voor toeristische exploitatie. Nu (2023) is deze spoorlijn ongeveer totaal overwoekerd door de natuur. De sporen zijn nauwelijks nog zichtbaar.

Kolenmijn Limburg Maas 19/12/1987  Laatste kolentransport vanuit Station Eisden

Van de 2 sporen is er al 1 spoor opgebroken.

Ondanks die slechte ligging toch een rol van betekenis
voor de gemeente en zelfs de Maaskant.

De ontsluiting van de Maaskant:

Gaandeweg is het woongebied dichter naar het station gegroeid. Vooral de Tuinwijk met de verlenging van de Louis Mercierlaan en de daarbij horende straten. Maar ook Eisden Cité vanaf de jaren 50 – 60 met de Verlengde Pauwengraaf, het Europaplein, de Bevrijdingslaan maar ook, parallel, aan de andere zijde, de Lindenlaan en de verbinding met de Spoorwegstraat. Toch is de laatste 100 m van de Spoorwegstraat tot aan het station nog lang onverhard gebleven. Trouwens ook een openbare buslijn is nooit tot aan het station geraakt. Nochtans waren er voor de externe mijnwerkers iedere dag 3 klokvaste heen en terug verbindingen door de kolenmijn voorzien.

 Er bestond al een spoorlijn 21A  tussen Hasselt en Maaseik (sinds 1874). Dan volgde de verbinding met de Eisdense mijn (1920). De lijn verliep van de voet van de laatste helling rechtstreeks naar de mijn. Die werd lijn 21B (of 21bis) genoemd. Zes jaar later, in 1926, kreeg deze spoorlijn de ligging die naar het station zou leiden, en ook het personenvervoer werd ingevoerd. Sindsdien was er dus een rechtstreekse treinverbinding tussen Eisden en Leuven, Brussel en de rest van Vlaanderen. De lijn Leuven-Eisden Mijnen bracht de mijnwerkers uit het Hageland naar de Limburgse Mijnen waarmee het begrip “de treinmannen” een bijzondere inhoud kreeg. Toen na de tweede Wereldoorlog alle mijnwerkers  per jaar gratis 32 treincoupons kregen (16 ritten heen- en terug) konden ze gemakkelijk vanuit Eisden statie met hun gezin naar de kust reizen. Vaak werden die coupons ook voor schoolreizen of Chirokampen gebruikt. De kust of het Meli park in de Panne waren geliefde bestemmingen.
De lijn 21A Hasselt – Maaseik is overigens voor reizigersverkeer eind jaren 50 stilgelegd en in 1979 is ook het goederenverkeer opgeheven. Het hele spoortraject vanaf As werd vanaf 1988 afgebroken en omgevormd tot een fiets- en wandelweg.

Hieronder een overzicht van de NMBS over het reizigers treinverkeer.

Aankomst voor heelwat arbeidsmigranten t.b.v. de kolenmijn.

Het station in Eisden was ook een eindpunt voor de migranten na meestal zeer lange reizen van uit hun geboorteland. De ronselaars van de kolenmijn waren zeer actief op zoek naar geschikt werkvolk voor onze kolenmijn. Niet alleen in Europa maar ook daar buiten.  Een tiental nationaliteiten hebben hun geboorteland verlaten, met de hoop om hier een betere toekomst op te bouwen. Vaak zijn het eerst de mannen geweest om dan later hun achtergebleven gezin of familie te laten overkomen. Voor velen moet dit klein “Western” station, midden in bos en heide, twijfel opgewekt hebben over  hun toekomst hier in Eisden. Vele gastarbeiders zijn ook met bussen in Eisden aangekomen.

In 1923 telde het gebied wat nu Maasmechelen is, 9737 inwoners. 15 jaren later in 1938 is het aantal inwoners bijna verdubbelt naar 18475. Vele duizenden waren migranten die in dit kleine stationnetje voor het eerst hier in Eisden hun voet aan de grond zetten!

Maar ook voor andere reizigers werd dankbaar gebruikgemaakt van dit station. Bijvoorbeeld pendelaars en studenten voor werk en scholen in Genk, Hasselt, Leuven enz. of vakantiereizen vooral naar de kust.

Eisden station groep treinreizigers
Eisden Statie treinreizigers

Pakjesverdeelcentrum voor Maaskant (Bpost avant la lettre)

Samen met de treinen kwamen ook pakjes aan van en naar de Maaskant. Deze werden dagelijks opgehaald. Eerst met paard en kar en/of per fiets, later met de vrachtwagen en ook dan nog met de fiets. 30 jaar werd deze dienst verzorgd door de broers  Pierre en Henri Thommissen. Deze kop  verscheen op 16 jan 1976 in het Belang van Limburg:

Kranten artikel HBVL Regionaal 16/01/1975

Pakjes werden frequent door de vele migranten gebruikt voor zendingen van en naar hun thuisland. Ze misten bijvoorbeeld de voedingswaren en de kruiden uit hun herkomstland. Die werden dan besteld bij hun familie in het vaderland. Die verzonden ze dan per pakket naar België en kwamen hier aan in het station en moesten dan samen met de andere pakketten bezorgd worden in het hele Maasland. Later verzorgden de migranten zelf het transport en zo ontstonden vele winkeltjes met specialiteiten uit de vele herkomst landen.  Aangezien er in Limburg praktisch geen maakbedrijven waren, moesten vele zelfstandigen met goederen bevoorraad worden via het station. Alles moest aangevoerd worden, denk aan schoenen, huisraad, gereedschap, kleding, maar ook bijv. dagelijks de kranten en de wekelijks nieuwe filmen voor  de Eisdense cinema’s.   De gebroeders Tommissen hadden vaak lange werkdagen om alles geleverd te krijgen.

Pierre en Henri Tommissen pakjesdragers Maaskant, Maasmechelen
HBVL 16 jan 1976

Het station werd toeristische trekpleister

Naarmate het woongebied van Maasmechelen, maar ook de wijk Mariaheide (Vucht) aan de andere zijde van het rangeergebied, tot dicht bij het station gegroeid was, groeide ook de populariteit van het station en met name het stations café. Het werd een ontmoetingsplaats voor de omwonenden wijken. Er werden feesten georganiseerd er werd zelfs Italiaans Bocce-speelveld (Italiaans jeu de boules spel) gecreëerd waarop heuse wedstrijden georganiseerd werden.

Klik voor een grotere afbeelding

Zelfs na de brand in 1985 en de heropbouw bleef het station een ontmoetingsplaats.en werd het een toeristische trekpleister mede ook omdat het fietsroutenetwerk dat het station een rechtstreeks verbinding mogelijk maakte met De toegangspoort van het Nationale Natuurpark Hoge Kempen aan weg naar As. vanaf de weg van as verwoestende brand totaal vernield was, heeft men na rijp beraad besloten voor de heropbouw van het station. De voornaamste reden was dat het een geliefde ontmoetingsplaats voor de lokale bevolking was maar ook een getuigenis van ons kolenmijnverleden en dus een toeristische waarde had. Het station werd weliswaar niet in hout gerestaureerd maar in beton.

Sinds 1989 is de spoorlijn 21B door de NMBS voor toeristische activiteiten opengesteld. Vanaf 2000 tot ca 2012  werd door de vzw Kolenspoor toeristische spoorfiets tochten en ook een pendeltreintje Van Waterschei tot As en Van As tot Eisden en retour georganiseerd. Na 2014 was de toestand van dit baanvak dermate slecht dat het voor toeristische exploitatie onbruikbaar was geworden.

Nu bijna 40 jaar later is Eisden station nog steeds een trekpleister zowel voor de inwoners van Maasmechelen alsook voor fietsende toeristen of wandelaars. Het station ligt immers op het fietsknopen netwerk. Vanaf knooppunt 60 (Toegangspunt Salamander Nationaalpark Hoge Kempen naar Knooppunt 502 bij hotel Terhills. Vlak na het verlaten van het Mechels bos ligt het station met zijn druk bezocht café de Statie en zijn terras.

Hieronder een filmpje uit 2011 over de activiteiten van de vzw Kolenspoor

Bronnen:

Jan Kohlbacher
Tijdschriften Eisden jaargang 10 nr2 en jaargang 24 nr2
Archief HBVL
Wikipedia

Het verhaal van Eisden Statie Meer lezen »

Vanaf 15/10/2022 was deze tentoonstelling in het Cultureel Centrum zeer succesvol en werd daarom meerdere keren verlengd. 16/06/2023 was de laatste bezoekdag. Maar omdat de foto collectie zo uniek en waardevol was heeft onze stichting besloten om deze tentoonstelling een 2de leven te geven.

Met instemming van Luc Vanderputte, voorzitter van de kerkfabriek Eisden-Tuinwijk is de tentoonstelling terug opgebouwd in de winterkapel van de Sint Barbarakerk. Daar kan ze op afspraak en bij geleidde bezoeken bezichtigd worden. Tijdens Open Monumentendag op 10 sept zal 100 jaar Charbonnage in de winterkapel weer tentoongesteld worden.

De fototentoonstelling 100 jaar Charbonnage is verhuisd. Meer lezen »