Nieuwsberichten in relatie met de Stichting of haar werking.
Basisschool Triangel Maasmechelen 22 mei 2023
Op 22 mei sloten de leerlingen van het 5de leerjaar hun project over WOII af met een presentatie van foto’s uit het archief van de stichting Erfgoed Eisden . Jan Kohlbacher vertelde hierbij hoe hijzelf, als vierjarig kind bij het begin van de oorlog, die oorlogsjaren samen met zijn ouders en vriendjes heeft beleefd. Naast zijn eigen ervaringen gaf Jan ook toelichting bij tientallen authentieke foto’s uit Maasmechelen die gemaakt zijn tijdens deze oorlogsjaren. Vele onderwerpen passeerden de revue: De honger, schuilkelders, smokkelaars, krijgsgevangenen, verzetsstrijders, Jodenvervolging, bombardementen, bevrijding … De leerlingen stelden tussendoor ook vragen zodat het geheel een zeer boeiende belevenis geworden is zeker als je beseft dat de dagelijkse actualiteit van bombardementen en vluchtelingen onze huiskamers binnen komt.
Nadat het Erfgoeddag-weekeinde een grote publieke belangstelling kreeg, volgden nadien (Do 27april) de kinderenvan de Basisschool De Griffel van Eisden Tuinwijk. Ze brachten geleide bezoeken aan de voorstelling en expo “TREKKRACHT” in de Winterkapel van de Sint Barbarakerk.
De derde, vierde en vijfde leerjaren, meer dan 70 leerlingen, konden samen met hun leerkrachten een filmpje bekijken met oude beelden van trekdieren. Beelden die zich voor hen in een oud landschap en oude dorpsgezichten en straatbeelden afspeelden.
Bekijk het filmpje in dit bericht: erfgoeddag-22-en-23-april-2023 Gebruik daarna de terugkeerpijl links bovenaan om hieronder verder te lezen.
Op de tafels konden ze de originele opstellen lezen en bekijken die door hun grootouders of overgrootouders geschreven zijn toen die zelf in de basisschool zaten. Er werd toen soms heel anders met dieren omgegaan.
De vele vragen die deze leerlingen stelden getuigden van de belangstelling die, ook bij hen opgewekt werd, voor deze aparte brok verleden van hun grootouders en overgrootouders.
ECRU Erfgoed, de initiatiefnemer van deze erfgoeddag, heeft dit geleide bezoek bijgewoond. Alle foto’s in dit artikel zijn door ECRU gemaakt en ter beschikking gesteld voor deze publicatie.
Hoe de mens in het verleden de trekkracht van dieren heeft gebruikt?
Er waren zowel in Eisden dorp (Sint Willibrordus kerk) alsook in Eisden cité (Sint Barbarakerk) identieke tentoonstellingen ingericht. Op beide locaties werd er op een groot scherm continu een videomontage afgespeeld met beelden van lastdieren zoals die in het verleden en soms nog in het heden door diverse beroepsgroepen of tijdens evenementen werden ingezet.
Sint Willibrorduskerk
Sint Barbarakerk
Opstellen uit de lagere school in de jaren ’30 over dieren.
Maar de bezoekers konden ook op enkele tafels, originele opstellen over dieren, bewonderen die in de dertiger jaren door lagere school kinderen zowel in Eisden dorp als in Eisden cité geschreven zijn. Het zijn stuk voor stuk getuigenissen dat er in die tijd nog veel aandacht aan schoonschrift en tekenen werd besteed.
Hier onder kan je de filmmontage bekijken die op de videoschermen tijdens de tentoonstelling werden afgespeeld.
Gedurende de 2 erfgoeddagen hebben in totaal 290 personen de 2 tentoonstellingen bezocht.
‘Trekkracht’ over trekdieren en oude kinderopstellen
Paarden, ezels, honden…: verschillende dieren werden vroeger als trekdier gebruikt, en dat is ook vastgelegd op foto of video. Kom deze histories beelden ontdekken op 2 locaties. Gelijktijdig kun je er ook oude opstellen met tekeningen over dieren van schoolkinderen uit de jaren ’30 bewonderen alsook oude schoolprenten van dieren.
Waar? Op twee locaties:
Sint-Willibrorduskerk Vrijthof,Eisdendorp. Wanneer? ZATERDAG 22 april van 10-12 en van 14 -18 uur en ZONDAG 23 april van 13 – 18 uur
Tuinwijk Sint-Barbarakerk,winterkapel Kastanjelaan Wanneer? ZATERDAG 22 april en ZONDAG 23 april telkens van 10 – 12 uur en van 14 – 18 uur Tevens zal ook de kerktoren toegankelijk zijn (vanaf 6 jaar).
LET OP : IN HET ECRU KRANTJE ZIJN NIET DE JUISTE OPENINGSTIJDEN VERMELD!
22 februari Aswoensdag om 14 uur na de Aswoensdag mis werden naar aloude traditie de krentenbroodjes “Pèèrdskeutele” uitgedeeld aan de aanwezigen die tijdens de dienst een assenkruisje hadden ontvangen.
Pèèrdskutele Pier was een Eisdense figuur die na de Aswoensdagmis buiten aan de kerkdeur, de “pèèrdskeutel” uitdeelde aan de kerkgangers. Ooit was dit de pacht voor het Kerkelandje dat hij mocht gebruiken. Zijn naam was Pier Ramakers en hij moest in ruil voor een jaarlijkse pacht de kinderen die hun askruisje konden laten zien een krentenbroodje schenken, “so groot al eenen pèèrdskeutel”. Daarna begon de veertig dagen vastenperiode volgens het christelijk geloof.
Jaarlijks wordt St. Barbara gevierd in de Mijncité van Eisden. Deze viering begint met een herdenkingsmis voor de overleden mijnwerkers in de St. Barbara kerk van de Tuinwijk. Dit jaar werd Vaderlands dichter Mustafa Kör uitgenodigd om zijn gedicht “Mijnvrouwen” voor te dragen tijdens de misviering.
Op voorstel van Tuinwijk2020, Stichting ErfgoedEisden en de Mijnwerkers-Brancardiers kreeg Mustafa Kör, Dichter des Vaderlands de opdracht om een gedicht te schrijven als hulde aan de mijnwerkersvrouw
Hieronder kunt u het gedicht, voorgedragen door Mustafa Kör, (her) beluisteren. Dit is opgenomen in het Museum van de mijnwerkerswoning na de misviering. Mustafa zelf is een mijnwerkerszoon opgegroeid in Opgrimbie. Dus hij heeft het mijnwerkers bestaan van dichtbij ervaren. Meer info over Mustafa Kör vind je met deze link.
Het standbeeld van de mijnwerkersvrouw
Ter info de sculptuur van de mijnwerkersvrouw is in 2013 ingehuldigd als waardering voor de rol en de inzet van de vrouwen in mijnwerkersgezinnen. Voor meer duiding bekijk het filmpje hieronder. Het beeld staat tentoongesteld in het Cultureel Centrum. Lang is er naar een geschikte plaats gezocht voor dit standbeeld. Uiteindelijk zou het het opgesteld worden tijdens de geplande vernieuwing van het bezoekerscentrum aan de schachtbok van de mijn (vlak achter het Terhills Hotel).
Meer weten over Sofie Muller klik hier (onder het menu punt “Work” vind je ook de mijnwerkersvrouw.)
In het Cultureel Centrum Maasmechelen kan men een collectie van St Barbara beelden en medailles bezichtigen. Op een scherm tussen de beelden verklaart Jan Kohlbacher in een infofilmpje het leven en de betekenis van deze populaire patrones voor de gevaarlijke beroepen.
Naast de tentoonstelling van 100 jaar Charbonnage kan men ook een selectie van Sint Barbara beelden en medaillons bezichtigen uit de indrukwekkende persoonlijke verzameling van Jackie Martens (penningmeester van onze stichting). Trouwens ook op het scherm tussen de uitleg van Jan Kohlbacher kan men delen van deze collectie zien. Jackie is al in sinds zijn jeugd begeesterd door het verhaal van deze patrones. Zo begon hij als kind al voorwerpen met beeltenissen van St Barbara te verzamelen. Overal waar hij kwam, in binnen- en buitenland ging hij op zoek naar St Barbara. Aangezien deze patrones over de hele wereld zeer populair is, kwam hij zelden zonder zijn St Barbara thuis.
Hier onder kun je het infofilmpje (met Jan Kohlbacher) bekijken wat ook op de tentoonstelling getoond wordt. Het filmpje op de tentoonstelling is recht opstaand (zoals bij een smartphone) . Dit is de liggende versie (zoals bij TV-of computerscherm).
100 jaar geleden – op 7 september 1922 – ging de mijn van Eisden officieel in productie. Daarom zetten Tuinwijk2020 en de Stichting Erfgoed Eisden (SEE) de mijn dit najaar in de spots met eerder al de muurschildering aan het kerkplein. Zaterdag bent u welkom op de opening van een fototentoonstel ling in het cultuurcentrum. Archivaris Jan Kohlbacher, tentoonstellingsmaker Mare Milissen en hun team putten uit het omvangrijke beeldarchief van de SEE om de bezoekers een beklijvend beeld te geven van de mijn in de 64 jaar dat ze operationeel was: zowel van de bovengrond, van het kanaal tot en met de terrils, als van het echte mijnwerk in de ondergrond op dieptes tot 780 meter. Ook de vijftien jaar van opbouw tussen 1907 en 1922, en de herbestemming van de mijnsite na de sluiting in 1987 komen aan bod
TENTOONSTELLINGSPERIODE Maandag 17 oktober 2022 – Zaterdag 15 mei 2023
OPENINGSUREN maandag tot vrijdag van 10 tot 12 uur en van 13 tot 20 uur zaterdag van 8 tot 12 uur gesloten op zondag en op 1, 2, 11, en 15 november
ORGANISATIE Tuinwijk2020 en de Stichting Erfgoed Eisden i.s.m. Cultuurcentrum, de Dienst Erfgoed & Cultuur en de Gemeente Maasmechelen.
fotoboek 100 jaar charbonnage
Ter gelegenheid van dit evenement is er voor de liefhebbers ook een prachtig fotoboek samengesteld.
Meer info over de prijs en waar je het kunt kopen vind je met deze link
Met 11 nov om 11uur, de start van carnaval, in het zicht,
start in het CC Maasmechelen de expo: Alaaf – carnaval.
Tentoonstellingsmaker Marc Milissen creëert een boeiende expo, die je laat kennismaken met carnaval als een belangrijk onderdeel van de Maaslandse identiteit. Alaaf bekijkt carnaval door drie veelkleurige maskers: carnaval in de wereld i.s.m. de Academie Beeldende Kunsten Maasmechelen, een kunstluik met morbide en absurdistisch werk van de internationaal gerenommeerde Nederlandse kunstenaar Folkert de Jong en ten slotte zoomt het feestmasker in op het gezicht van carnaval in Maasmechelen.
i.s.m. Dienst Erfgoed, de Maasmechelse carnavalsverenigingen en Gallery Sofie Van de Velde
Opening: zondag 25 september 2022 om 17u
Expoperiode: zondag 25 september t.e.m. zaterdag 12 november 2022
Openingsdagen en -uren: ma t/m vr: van 10 tot 12 uur en van 13 tot 17 uur, za van 9 tot 12 uur. Gesloten op zon- en feestdagen. De openingsuren kunnen afwijken. Raadpleeg onze website voor je bezoek.
Gratis activiteit
Enkele sfeerbeelden van dit evenement.
De tentoonstelling ALAAF bestond uit drie luiken: Luik1: Eigentijdse beeldend kunstenaar Folkert de Jong Luik2: De karnavalstoet volgens leerlingen kunstacademie Maasmechelen. Luik3: De Grote Stoet met medewerking van de Maasmechelse karnavals verenigingen
Receptie en opening
Luik 1: Folkert de Jong.
Een eigentijdse beeldende kunstenaar. Zijn bizarre creaties doen aan karnaval denken maar is die vrolijkheid wel echt?
Luik 2: Een academische karnavalstoet.
Deze stoet is door de leerlingen van de kunstacademie Maasmechelen gecreëerd compleet met maskers op de kop en toeschouwers tegen de wanden.
Luik 3: De grote mensen stoet
Deze tentoonstelling is met medewerking van de Maasmechelse karnavals verenigingen tot stand gekomen. Het stelt een grote stoet voor die steeds begint met de statige reuzen en daarna volgen de grote en kleine karnavalswagens bemand met carnavalszotten van vroeger en nu en van heinde en ver.
Op 7 september 1922 zijn voor het eerst steenkolen uit de kolenmijn van Eisden vertrokken naar een klant...
Daarom staat deze open monumentendag ook in het teken van dit evenement nu exact 100 jaar geleden. Vergeet zeker niet onze nieuwe trekpleister aan het kerkplein te bezichtigen. De indrukwekkende muurschildering ter ere van de mijnwerkers op de muur van basisschool De Griffel tegenover de mijnkathedraal.
100 jaar later illustreert het Museum van de Mijnwerkerswoning (en het onlangs geopende kindermuseum) hoe het mijnwerkersgezin toen leefde : wat aten ze, hoe sliepen ze, hoe leerden en speelden de kinderen?? Was het in de goede oude tijd beter??
Onze gepassioneerde gidsen , bevoorrechte getuigen van een flinke brok steenkoolgeschiedenis, nemen jullie graag mee op hun tocht door het rijke verleden van het museum van de mijnwerkerswoning.
Ook de mijnkathedraal met zijn imposante 54 m hoge toren en waarvan de glasramen zijn geïnspireerd op die van de kathedraal van Chartres, wordt op Open Monumentendag opengesteld voor het publiek.
Museum van de mijnwerkerswoning : (gratis) te bezichtigen op zondag 11 september 2022 van 14u tot 18u.
Sint-Barbarakerk : (gratis) rondleidingen op zondag 11 september 2022 om 13u – 15u – 17u; vertrek aan het monument van de putmannen.
128 m2 grote muurschildering als eerbetoon voor de mijnwerkers en herdenking van de start van de kolen exploitatie in september 1922.
Woensdag 07-09-2022 is het 100 jaar geleden dat de 1ste kolen voor verkoop in de mijn Limburg Maas te Eisden zijn bovengehaald. Deze historische gebeurtenis voor Eisden wordt in samenwerking tussen Stichting Erfgoed Eisden en Tuinwijk2020 herdacht en letterlijk in de verf gezet met een 128 m² grote muurschildering op de gevel van basisschool De Griffel, tegenover de mijnkathedraal in de Eisdense Cité.
Deze muurschildering is een eerbetoon aan de mijnwerkers en als herinnering aan 100 jaar mijnverleden en werd gecreëerd door 3 Catalaanse graffitikunstenaars samen met de Maasmechelse graffiti-artiest Marco – Scarco – Scarpato.
Daarmee heeft Eisden Cité er een echte toeristische trekpleister bij. Als u voor het kunstwerk staat zal u sterk onder de indruk zijn wanneer de zes paar ogen van deze meters grote echte mijnwerkers u aankijken. Alle dagen te bezichtigen vanaf 07-09-2022. Dit moet u gezien hebben.
In het filmpje hieronder kun je zien hoe de kunstenaars het project zelf gedocumenteerd hebben.
Het is ons gelukt: het folkfestival van Ham wil de deuren openzetten voor optredens in de Limburgse dialecten en zo onze eigen volkscultuur en talig erfgoed in de spotlight zetten. Het is Piet Stinckens uit Bree die de spits mag afbijten.
Vele Maasmechelaars zullen deze foto herkennen. Het is Mie Merken bij haar kelderhut. Ze was de enigste bewoonster van Eisden ten westen van de Zuid Willemsvaart. Dit deel werd “Eysder Bos” genoemd en bestond hoofdzakelijk uit weinig vruchtbare heidegrond. Wanneer de mijnmaatschappij in 1908 eigenaar wordt van de gemeentelijke heide en met de bouw van de eerste woningen e.d. start, verkoopt Mie Merken in 1911 haar “kelderhut” en verhuist als tachtigjarige naar Eisden dorp. Van Mie Merken weten we nog dat ze “verkenjerde” of dement werd en uiteindelijk in “het gesticht” van Munsterbilzen terecht kwam waar ze op 5 maart 1927 overleed. Ze was toen bijna 97 jaar.
Maar wat weten we van die kelderhut ? Als je het opzoekt bij Wikipedia, dan kom je, jawel, weer bij die foto van Mie Merken bij haar kelderhut terecht.
Het wordt ook kuilhuis of kuilwoning genoemd. Kuilhuizen zijn te vinden in tal van oude culturen over de hele wereld. Het werd niet altijd als woning gebruikt maar vaker ook als voorraadplaats of een soort werkplaats. Het waren goedkope simpele constructies. Eerst werd er een rechthoekig gat uitgegraven en daarrond houten en/of lemen wanden met daarboven een zadeldak bedekt met stro.
Ook aan het huisje van Mie Merken zie je de kleine raampjes links in de buitenwand, die veel lager geplaatst zijn dan de deur aan het andere einde. Ter hoogte van de raampjes zal de woonruimte zich in de kuil bevinden. De kuil biedt een bescherming tegen de koude in de winter en door de natuurlijke vochtigheid een verkoeling in de zomer. De vloer zal waarschijnlijk, zoals bij vele woningen in het verleden, bestaan uit aangestampte aarde en versterkt met dikke keien. (zie foto’s hieronder)
In heel België is er blijkbaar nog maar één kelderhut te bezichtigen. Die vind je in Bokrijk, een reconstructie van een kuilwoning. Zij werd opgetrokken onder leiding van Charles Wellens (1889 – 1958) naar schetsen die hij tijdens de Eerste Wereldoorlog had gemaakt van een kuilhut of kelderhut bewoond door een eenzaat op de Koerselse heide. Men nam aan dat arme heidebewoners er woonden.
Hieronder een paar foto’s die ik van deze kelderhut in Bokrijk gemaakt heb. Op de het grondplan van Bokrijk vind je de hut onder nummer 30.
De enige kuilwoning of kelderhut in België is te bezichtigen in Bokrijk
Tentoonstelling van de Stichting Erfgoed Eisden: Sint-Willibrorduskerk Eisdendorp van Zondag 3 juli tot 7 aug 2022. Openingstijden: Op zaterdag 10-16u en Zondag 10-14u.
*** Inclusief toelichting van het archeologisch onderzoek. SAMENSTELLING EN FOTO’S: Pierre Kelleners
Verschillende grote werken op en rond het Vrijthof, de aanleg van een fietsbrug, een nieuwe ontdubbelingsweg en een nieuwe viaduct, schiepen met de bouw van nieuwe woongelegenheden op de site van de voormalige gemeenteschool voor een nieuw Eisdens dorpsbeeld.
Het Gemeentehuis
De eerste grote werken aan het Vrijthof betroffen de renovatie en verbouwing van het voormalige Eisdense gemeentehuis.
Het gebouw dateert van 1954 en was toen een voorbeeld van nieuw bestuurs- en administratief centrum. Na de gemeentelijke fusie van 1971 verloor het zijn oorspronkelijke functie. Verschillende gemeentelijke diensten vonden er een onderkomen. Tot het in hoofdzetel zou worden van de sociale huisvestingsmaatschappij Het Maaslands Huis.
Het werd niet alleen een uitbreiding maar ook een grondige renovatie, die mei 2013 afgewerkt was.
DE OPGRAVINGEN OP HET VRIJTHOF
WAAROM HET ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK…? Bij grote werken stoot men wel eens op archeologische vondsten. Naar gelang de goede wil van de ondernemer wordt dit gemeld en de vondsten bewaard. Dikwijls doet men dit niet omdat een archeologisch onderzoek de werken vertraagt.
Voor de heraanleg van het Vrijthof moest de gemeente Maasmechelen dus ook een dergelijk onderzoek laten uitvoeren.
Het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 verplicht de aanvrager van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen een archeologienota bij de vergunningsaanvraag te voegen
Er zijn verschillende zaken die bepalen of een archeologienota noodzakelijk is. Je mag ervan uitgaan dat het voor verkavelingen zeker nodig is vanaf een perceel oppervlakte van 3000 m² of meer en voor bouwwerkzaamheden vanaf een perceel oppervlakte van 3000 m² of meer en een bodemingreep van 1000 m² of meer.
Het bestaande plein en de omliggende straten, evenals de trappen naar de kerk werden in het kader van dit project volledig vernieuwd. De straat aan de noordzijde van het plein, het Vrijthof, werd hierbij ongeveer 6,5 m naar het zuiden verlegd. Op deze manier werd een bredere terras- en voetgangerszone aan de noordzijde gecreëerd.
Aanleg van een fontein
Centraal op het terrein werd een fontein voorzien met spuitkoppen (ca. 400 m2 )
Het begin
Op vrijdag 18 augustus 2017 was er een werfoverleg met Frank Jaspers, Klaudie Boosten (Architectuur Depot), Luc Didden (Grobelco), Pierre Wijnen (gemeente Maasmechelen), Elke Wesemael (ARON bvba) en Sebastiaan Augustin. Op deze vergadering werd de praktische uitvoering van de werken besproken. Het onderzoek was voorzien in twee fases. Fase 1, met als startdatum 21 augustus 2017. Het proefsleuvenonderzoek werd uitgevoerd op 21 en 22 augustus 2017.
INTERPRETATIE
Het voorkomen van een plaggendek in het centrum van Eisden-Dorp kan verklaard worden vanuit een historisch kader. Het Vrijthof in Eisden gaat namelijk terug op een Dries, een gemeenschappelijk plein voor het vee of een plaats waar men mocht planten. De aanwezigheid van een plaggendek is dan ook te relateren aan het gebruik van het plein als akkergrond in vroegere perioden. Wanneer het plaggendek tot stand is gekomen is echter niet duidelijk.
Onderzoek van het spoor leverde twee dolium-fragmenten en één fragment bouwkeramiek op. Deze vondsten dateren het spoor in de Romeinse periode. Aanwezigheid van een fragment van een modern wijnglas in de vulling.
MUREN
De sporen die in het zuiden en het oosten van het marktplein werden aangetroffen, zijn post middeleeuws.
De bakstenen muren te relateren aan de bebouwing, het voormalige gemeentehuis, die vanaf het midden van de 19de eeuw op het Vrijthof gestaan heeft. De muur in sleuf 5 gaat vermoedelijk terug op de originele bouw uit 1848, de muren uit sleuf 4 op een uitbreiding omstreeks 1883. Dit gemeentehuis werd op 1 april 1945 door een uitslaande brand volledig vernield.
VONDSTEN
Er werden in totaal 16 vondsten geregistreerd.
Het betrof acht fragmenten aardewerk, één fragment bouwkeramiek, één glasscherf, één menselijk botfragment en vijf metalen voorwerpen. Het aardewerk omvat twee wandfragmenten van de dolium, een voorraadpot uit de Romeinse periode. Beide fragmenten zijn afkomstig van eenzelfde pot of vaas vervaardigd in een doliumbaksel. Twee wandfragmenten en een randfragment zijn in rood beschilderd aardewerk gemaakt. Op geen van de fragmenten is echter beschildering aanwezig. Het randfragment is afkomstig van een pot uit de tweede periode van Schinveld en kan in het eerste, mogelijk nog het tweede kwart van de 13de eeuw gedateerd worden35. De twee wandfragmenten zijn vanaf 1050 te dateren. Een volgend wandfragment is afkomst van een kruik in Maaslands aardwerk. Tot slot leverde het onderzoek twee grote randfragmenten in geglazuurd witbakkend aardewerk op. De fragmenten hebben toebehoord aan een teil met een niet ondersneden bandvormige rand. De teil dateert uit de late tot post middeleeuwse periode Het fragment bouwkeramiek is vermoedelijk eveneens Romeins, maar was dermate klein dat het niet mogelijk was om het aan een welbepaalde vorm (tegula, Romeinse dakpan) toe te wijzen. Het glasfragment betreft een voet, afkomstig van een modern wijnglas.
DE VIJF METALEN VONDSTEN zijn allen afkomstig uit de storthopen. Het gaat om vier niet nader te determineren loden fragmentjes en een koperen munt. De munt betreft een goed geconserveerde Gelderse koperduit uit 1690. Op de voorzijde bevindt zich een tulpkrans met daarin de tekst.D. GEL RIÆ in drie regels en daaronder het jaartal. Dit is voluit: ducatus Gelriæ, en betekent: hertogdom Gelderland. Op de keerzijde bevindt zicht het Gekroond wapen van Gelderland. Tekst: .IN. DEO. SP. NOS. (of variant). Dit is voluit: in Deo spes nostra, en betekent: onze hoop in de Heer. De muntmeester zou Johan van Brienen zijn geweest
HET OUDSTE SPOOR dat het onderzoek aan het licht bracht is een kuil die op basis van enkele aangetroffen aardewerkfragmenten in de Romeinse periode dateert. Een andere kuil, een greppel en de oudste fase van de weg horen waarschijnlijk eveneens in deze periode thuis. De kans bestaat dat ze misschien zelfs ouder zijn. De greppel werd bijvoorbeeld onder de oudste fase van het wegtracé aangetroffen.
HET KINDERGRAF dateert vermoedelijk in de volle (900-1200) of late (1200-1600) middeleeuwen. Het is niet duidelijk of het gaat om een geïsoleerd graf dan wel om een graf dat deel uitmaakte van een kerkhof en hoe we de aanwezigheid van het graf dienen te verklaren. In de middeleeuwen werden overleden personen, zeker als het om christenen ging, immers rond of in het kerkgebouw begraven. Het graf is daarentegen op 30 m van de huidige en de romaanse kerk (13de eeuw) gelegen, buiten de afbakening van het kerkhofareaal zoals we het vandaag de dag nog kennen. Het menselijk botmateriaal is bestudeerd door Birgit Berk, fysische antropologe. Zij concludeerde dat het gevonden bot zeer waarschijnlijk een dijbeen is van een mens, meer bepaald een kind, met een leeftijd van ten minste 1,5 jaar. Waarschijnlijk was het individu eerder rond de drie jaar oud. Het volledige waarderingsverslag is terug te vinden onder bijlage
WATERPUT
In het noorden van het Vrijthofplein werd een waterput (?) aangetroffen die een kuil doorsneed. Het betrof een vermoedelijke waterput, een kuil, een greppel en een paalkuil. De vermoedelijke waterput heeft een diameter van ca. 3 m en een lichtbruine lemige vulling met enkele houtskoolspikkels en baksteenfragmenten erin
Geen van deze sporen leverde vondsten op. De donkere vulling van de waterput suggereert een middeleeuwse of na middeleeuwse datering. De sporen kunnen echter niet jonger zijn dan de 18de eeuw, gezien hun ligging in een zone die volgens historische kaarten vanaf het begin van de 19de eeuw bebouwd was.
HET VIADUKT OVER DE KERKHOFSTRAAT
Dit brugje over de Kerkhofstraat leek een eeuwig leven beschoren. Het werd niet meer gebruikt. Tenzij als rendez-vous oordje voor jonge paartjes, of voor een of andere door de regen verraste schuilende wandelaar.
Iedereen kende het ooit als het “het brökske” aan het einde van de Kerkhofstraat. Het was zichtbepalend en het was onlosmakelijk verbonden met de Kerkhofstraat. Een bouwsel dat zijn bestaan uitsluitend te danken had aan de goede oude stoomtram.
De tramlijn die in 1896 tot stand kwam als de lijn Tongeren Maaseik volgde eerst de Steenweg, nu de Rijksweg. Het spoor volgde de steenweg over de draaibrug Eisden 1, de Vuchterbrug, en geraakte zo in Eisden Dorp. Toen de Tuinwijk bewoond raakte konden de bewoners enkel gebruikmaken van de halte “Eisden. Café Charbonnage”, nu Beerensheuvel.
Met de snelle groei van de tuinwijken van de koolmijn, de uitbreiding van de Pauwengraaf als handelsstraat en de vestiging van het postkantoor op de hoek van de Koninginnelaan en de Nijverheidslaan, maakte een nieuw halte op dit kruispunt kennelijk ook interessant voor de Maatschappij van de Buurtspoorwegen.
Vanaf 1936 vormden de nieuwe vaste bruggen over de Zuid-Willemsvaart daarbij een nieuwe mogelijkheid om de lijn nu, over de brug Eisden 2, naar Eisden Dorp te verleggen.
De plannen en uitvoeringen dateren van 1938.
Omdat de tramlijn terug naar zijn bedding langs de Steenweg geleid moest worden moesten aan weerzijden van brug hellingen, de zogezegde, gelegd worden.
Grote hoeveelheden schist, het afvalgesteente dat in de kolenwasserij van de steenkolen gezuiverd werd, was een goedkoop gesteente, dat van onder de kolenwasserij per Décauville-smalspoor geen lange weg moest afleggen.
Van de Nijverheidslaan werd een zacht hellende berm voor het tramspoor aangelegd. Op de rechteroever van het kanaal werden dezelfde werken, richting de steenweg, uitgevoerd.
De helling naar de Dorpsstraat bleek, door de voortschrijdende mijnverzakkingen, geen geschikte weg voor de tram. Daarom plande men het tramspoor over een zacht dalende, richting de Steenweg.
Maar men moest over de Kerkhofstraat, vroeger de Zandstraat, geraken. En hiervoor werd het viaduct gebouwd.
In 1942, tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de tramlijn nog eens verlegd. Nu volgde ze Koninginnelaan en de Zetellaan tot aan de koolmijn. En vervolgde dan zijn weg naar de brug en de Steenweg.
Toen het in 2021 gesloopt werd had het 83 jaar het zich van de Kerkhofstraat bepaald.
Met de gewijzigde wegeninfrastructuur in en rond Eisden drong zich ook een oplossing op voor het drukke doorgangsverkeer voor Eisden Dorp op.
De oplossing lag bij een ontsluitingsweg van de brug rechtstreeks naar de Rijksweg. De berm van de tramlijn werd vernieuwd en een nieuwe weg aangelegd.
Met de nieuwe fietsbrug die in mei 1921 ingehuldigd werd kon men vijf maanden later, begin oktober 2021, ook de nieuw weg over het nieuwe viaduct in gebruik nemen.
DE POORT VAN DE GEMEENTESCHOOL
De al geruime tijd leegstaande Eisdense gemeenteschool moet de plaats ruimen voor nieuwe woongelegenheden. De duizenden leerlingen die hier ooit op de schoolbanken zaten zullen ondanks alle renovatie, herbestemmingen en nieuwbouw, toch nog altijd aan hun vroegere schooltijd herinnerd worden. Het visuele beeld van de school, die in 1931 afgewerkt was, zal in het straatbeeld aanwezig blijven. Het mooie poortgebouw, eens het centrale deel van de school, blijft ook in de nieuwe architectuur behouden. Het blijft in de Onderwijsstraat een mooie blikvanger.
In overleg met de gemeente Maasmechelen worden appartementen met één of twee slaapkamers voorzien voor bijvoorbeeld alleenstaanden, kleine gezinnen en ouderen. Ook zijn tien van de 32 appartementen aangepast voor mensen met een beperking.
De voormalige school staat al enige tijd leeg. Maaslands Huis kocht deze gebouwen aan en voorziet er nu sociale huisvesting. Het mijngebeuren heeft een nadelige invloed op de gebouwen gehad. Ze worden gedeeltelijk afgebroken en weer opgebouwd. Toch zal het visuele beeld van de school in het straatbeeld aanwezig blijven. Het centrale deel van de school is een mooi poortgebouw dat ook in de nieuwe architectuur behouden blijft.
Aan de straatzijde voorziet het Maaslands Huis op het gelijkvloers acht appartementen met één slaapkamer, waarvan vier aangepast voor personen met een beperking. Op de eerste verdieping, samen met het dakniveau, komen er acht duplex-appartementen met twee slaapkamers. De latere aanbouw aan het symmetrisch schoolgebouw wordt afgebroken. Op deze plaats voorziet Maaslands Huis een doorgang met daarboven in totaal vier appartementen. In het binnengebied wordt een gebouw met vier bouwlagen met lift voorzien, met in totaal twaalf appartementen, allen met twee slaapkamers waarvan zes aangepast voor personen met een beperking. Het gelijkvloers niveau van dit gebouw bevat twintig overdekte parkeerplaatsen.
Tentoonstelling van de Stichting Erfgoed Eisden:
SAMENSTELLING EN FOTO’S: Pierre Kelleners
Bronnen: Archeologisch verslag Elke Wesemael (ARON bvba) en Archief Stichting Erfgoed Eisden
De Stichting Erfgoed Eisden kreeg een uitnodiging van de Basisschool De Triangel om de leerlingen van het 5de leerjaar het verhaal te brengen:”Kind zijn in de Tweede Wereldoorlog”.
Polyvalente zaal Basisschool De Triangel
Met zijn eigen kinderjaren als voorbeeld en de beelden uit het archief van de Stichting als illustraties, schetste onze medewerker, Jan Kohlbacher, die 5 jaren uit zijn jeugd.
Dat ”gewoon” naar school gaan niet altijd gewoon was. Soms waren de onderwijzers er niet. Omdat ze als Belgische soldaten krijgsgevangen waren. En dat er soldaten van verschillende legers in de schoolgebouwen ondergebracht werden. En er dus “geen school” was.
Als reden van afwezigheid moesten sommige kinderen die niet naar school konden, opgeven dat ze geen schoenen hadden. Of in het aanwezigheidsregister van de school als reden van afwezigheid ook “honger” vermeld kon staan.
Dat de vaders en moeders elke dag opnieuw moesten zorgen dat het gezin genoeg te eten had. En dat men als kind dikwijls de kleren van een oudere broer of zus moesten dragen
Dat toen ook mensen, zoals de Joden, vervolgd werden. En er mensen waren die hen hielpen door ze in huis te verbergen. Moedige mensen die zich tegen de Duitse bezetters verzetten en dit met hun leven betaalden.
De beelden van Russische krijgsgevangenen die men bij de koolmijn van Eisden naar het werk zag marcheren, riepen herinneringen op aan de beelden die men vandaag in de nieuwsberichten ziet.
En na de oorlog, hetzelfde beeld, toen het Duitse krijgsgevangenen waren die de mijn in moesten. De vrolijke mensen die bij de Bevrijding op straat de Amerikanen toejuichten.
En dat kinderen toen ook kennis maakten met chocolade en kauwgum, die ze van de Amerikanen kregen.
Met antwoorden op de vele vragen die de leerlingen stelden werd een leerrijke namiddag afsloten.