In augustus 1901 haalde de Leuvense geoloog André Dumont, na vele proefboringen in de omgeving, in As de eerste Limburgse steenkool boven. Het waren vette kolen en daar had de Belgische industrie nood aan. Ook in Eisden verschenen er in 1907 boortorens. Vooral op de westelijke oever van de Zuid-Willemsvaart in Eisden. Er leefde toen aan die kant van het kanaal slechts één inwoonster. Dat was Mie Mercken die er in een kleine kelderhut woonde. De onvruchtbare zanderige heidegrond was niet rendabel voor de landbouw. In tegenstelling tot de vruchtbare gronden langs de Maas was er hier dus ook weinig animo om er te wonen.
Tussen 1907 en 1913 veranderde situatie compleet. De oude burelen werden dicht aan het kanaal in de buurt van de boortoren 76 gebouwd. Maar de bodemgesteldheid bij die boortoren bleek ongeschikt zodat de eigenlijke bouw van de kolenmijn ca 1km meer naar het Noorden werd verschoven. Daar verschenen dan ook de afdieptorens en ook de bouw van het eerste gedeelte van de arbeiders woonwijk was toen al gestart. Maar door de eerste 1ste wereldoorlog zou het nog tot 1922 duren voor de eerste steenkolen werden naar boven gehaald. Vanaf 1923 werd de eerste steenkolen van Charbonnage Limbourg-Meuse in Eisden geëxporteerd.
Van 1923 tot 1950 werd steenkool gewonnen tussen 500 en 600 meter diepte en van 1950 tot 1965 tussen 600 en 700 meter diepte. Vanaf het begin van de zeventiger jaren is men steenkool gaan ontginnen beneden 780 meter. Met “afgaande steengangen” is men naar de dieper gelegen lagen gegaan om deze te ontginnen. In 1955 werd een maximale tewerkstelling bereikt van 7340 mijnwerkers. De totale productie bedroeg 73.191.000 ton. 1957 was het topjaar met een productie van 1.883.420 ton.
De mijn werd gesloten op 18/12/1987. Toen werden de laatste kolen op meer dan 780 m diepte in pijler 0789 naar boven gebracht via de grote schachttorens. Overigens als een van de weinige kolenmijnen waren de schachttorens van Eisden in beton uitgevoerd. Deze schachttorens zijn als herdenking blijven staan. De linker toren is nog origineel de rechter toren is heropgebouwd.
Tijdens de meer dan 60 jaar zijn er 289 slachtoffers te betreuren geweest. Het laatste grote ongeval gebeurde 3 jaar voor de sluiting van de mijn op 8 maart 1984. Er vielen toen 7 dodelijke slachtoffers in een pijler op een diepte van 700m door een grauwvuur ontploffing.