mijnverleden
De nalatenschap, documenten en verhalen over het mijnverleden van Eisden en zijn omgeving.
Hier vind je alle berichten die over de kolenmijn Limburg Maas, en alle mijn-gerelateerde items verschenen zijn en in de toekomst nog zullen gepubliceerd worden.
O.a. de tuinwijk, het Russisch kamp, maar ook de zoektocht in heel Europa en daarbuiten naar arbeidskrachten, de migratie-en taalproblemen. Tot en met de sluiting van de mijn.
OVERZICHT MIJNVERLEDEN EISDEN
• concessie: ‘Sainte Barbe’: 29.11.1906; 21,7 km² en
‘Guillaume Lambert’ : 27,4 km² (1952 : 54,08 km²)
• uitbatingsmaatschappij: ‘S.A. Charbonnages Limbourg-Meuse’: 22.06.1907
• voornaamste aandeelhouders: Compagnie Belge
pour l’Industrie (1928) (o.a. Coppéé), Pont à Mousson,
Homécourt, Cie de Béthune, Solvay,…
• begin kolenproductie: 1923
• ondergrondse verdiepingen: 600, 700 en 780 meter
(klein verdiep op 900 meter)
• maximale tewerkstelling: 7 340 mijnwerkers in 1955
• maximale jaarproductie: 1 883 420 ton in 1957
• sluiting: 18.12.1987
• totale productie: 73.191.000 ton
Beknopte geschiedenis van de kolenmijn
Sinds 1810 waren Waalse ingenieurs in Vlaanderen al op zoek naar ondergrondse steenkoollagen. Rond Luik en Charleroi waren er al rond 1850 steenkoolmijnen maar die steenkool was niet erg geschikt voor de zware industrie. Hun zoektocht was niet succesvol en ze moesten de nodige vette kolen importeren.
De Leuvense professor André Dumont, die van de veronderstelling uitging dat het steenkoolbekken bij Aken in noordwestelijke richting afboog, heeft in 1901 wel met succes steenkolen ontdekt toen hij in As boringen uitvoerde. Die kolenlagen strekten zich uit van Zuid-Limburg in Nederland tot in de Limburgse Kempen. Vervolgens werden de nodige concessies aangevraagd en bedrijven opgericht. In het Nederlandse Zuid-Limburg gebeurde hetzelfde. De concessie Sainte-Barbe was in 1906 toegekend en werd in 1919 samengevoegd met de concessie Guillaume Lambert onder de naam Charbonnage Limbourg-Meuse in Eisden. De meeste steenkoolmijnen gingen pas in exploitatie tijdens of na de Eerste Wereldoorlog.
De Sluiting van de kolenmijn van Eisden
Begin jaren ’60 begon de afzetmarkt van Europese kolen te krimpen.
De invoer van goedkope Amerikaanse cokeskolen en de geleidelijke overschakeling van traditionele steenkoolverbruikers naar petroleum en aardgas waren de hoofdredenen van deze achteruitgang.